Wie regelmatig mijn boekbesprekingen leest, moet zelfs zonder de
ondertitel, “Adellijke ambities van een diamantslijper en de
jonge Antoon Van Dyck (1599-1641)”, maar mét de naam van de
schrijfster, Leen Kelchtermans, haast kunnen raden dat deze weer een
uitgave binnen de serie Phoebus Focus betreft. Die uitgaves
blijven mekaar, als bijlage bij OKV-magazine, immers trouw om
de twee maanden opvolgen, maar ook Leen Kelchtermans is met dit
nummer XXXIII niet aan haar eersteling in de serie toe. Van haar hand
verschenen daarin immers eerder al Heilige Begga –
Over Jacob Jordaens (1593-1678), de begijnen en hun fictieve
stichteres (nummer XXV), Portret van Elisabeth Jordaens –
Jacob Jordaens’ (1593-1678) ode aan zijn oudste dochter en het
landleven (nummer XVIII), Portret van een jonge vrouw –
Minzame dames op hun mooist in de zeventiende eeuw (nummer X), en Overval op reizigers – Peter
Snayers (1592-1667) en de kunst van het oorlog voeren (nummer VII), in elk waarvan ze bewees zeer vlot de pen te hanteren
en – op misschien Katharina Van Cauteren, die ook voor deze editie
weer het voorwoord schreef, na – van de auteurs over de stevigste
dosis humor te beschikken. Moderne humor (ze werd geboren in 1986),
maar zeker niet minder om te lachen in een context van klassieke schilderkunst.
De auteur is dus, net zoals de telkens weer prachtige uitgave, het
uitgebreide beeldmateriaal, de ‘kadertjes’ met rakende
onderwerpen, een element dat de kwaliteit van dit boekje
(honderdentwaalf bladzijden dik) verzekert, maar dat is minstens zo
sterk het geval voor het onderwerp ervan. Mogelijk zegt Johannes I
Gansacker u niet zo heel veel en het kan uiteraard zijn dat u ook
niet zo heel veel heeft met Antoon Van Dyck (dat mág, als u dan maar
nog minder heeft met Rubens, want ik vind Van Dyck nu eenmaal beter
dan Rubens), maar het betreffende schilderij is méér dan een werk
van Antoon Van Dyck en méér dan een portret van Johannes I
Gansacker, het is een hele geschiedenis. Decennia nadat Van Dyck het
afgewerkt had en het onderwerp ervan het tijdelijke voor het eeuwige
had verwisseld, werd er namelijk een en ander aan toegevoegd, en pas
een jaar of vijftien geleden werd dat er weer van weggehaald samen
met een aantal toevoegingen van Van Dyck zelf. Kelchtermans verklaart
wat en waarom, zowel wat betreft de toevoeging als de verwijdering,
en als lezer mis je na het consumeren van haar licht verteerbare
tekst maar één stukje informatie meer: whodunit? Meer
bepaald wat het weer weghalen van de toevoegingen betreft, want dat
moet ergens tussen het eind oktober 2007 veilen van het doek in
Amsterdam en eind januari 2009 gebeurd zijn, het moment waarop Van
Dyck-specialist Horst Vey het doek minus de intussen weggehaalde
toevoegingen voor een échte Van Dyck verklaarde, iets wat bij de
veiling in Amsterdam nog niet beweerd werd (daar werd het
toegeschreven aan “een navolger van Van Dyck”). De ‘corrector’
kan geen prutser geweest zijn – op het beeldmateriaal van het in
Amsterdam geveilde doek is behalve de toevoeging ook een vergeelde
vernislaag te zien die er tegenwoordig niet meer op zit -, zal
allicht enkel van oordeel geweest zijn dat de voornaamste toevoeging
niet van belang was en het schilderij misschien zelfs minder waard
maakte, dus die ‘corrector’ moet wel terug te vinden zijn gezien
hij slechts een tijdsframe had van een groot jaar. Geef die mens wat
geschiedenislessen extra en duikel hem op, zou ik zeggen, want hij
heeft voor de rest een voortreffelijke job gedaan. En hij heeft
ervoor gezorgd dat Kelchtermans ‘stoffering’ had voor dit boek.
Johannes I Gansacker was namelijk op het moment dat hij geportretteerd werd
door Van Dyck nog maar een ‘eenvoudig’ diamantslijper met veel
ambitie. Een ambitie die zich uitte in een steile loopbaan richting
diamanthandelaar, een zich aan de toenmalige adelstand confirmerende
levenswijze, en het in die adelstand verheven worden van zijn derde
zoon na het overlijden van de vader. Nieuwe adel dus, omhooggevallen
bourgeoisie, maar reden genoeg voor die zoon om aan het portret van
zijn vader een wapenschild te laten toevoegen dat de adellijke lijn
op z’n minst wat langer deed lijken. Iets waarvan de ‘corrector’
kennelijk niet begrepen had dat het, hoewel niet origineel van Van
Dyck, het schilderij eigenlijk interessanter maakte. Een weggeveegde
adellijke lijn die Kelchtermans in dit boekje dus volgt. Langs een
pad dat begint bij Joost van den Vondel (“Ay Rembrant, maal
Cornelis stem. / Het zichtbre deel is ‘t minst van hem:
/ ‘t Onzichtbre kent men slechts door d’ooren.
/ Wie Anslo zien wil, moet hem hooren.”) en, met een
flashback, eindigt bij het in de adelstand verheffen van de
schilder door de Engelse koning Charles I, maar intussen uiteraard
langs vele kronkels en af en toe een zijpad leidt.
Één ‘kadertje’ wijdt Kelchtermans bijvoorbeeld aan het Wonderkind
Van Dyck, dat al op zijn tiende in de leer ging bij Hendrik Van Balen
en op zijn veertiende “een treffend portret van een zeventigjarige
man” en een – daar getuige de afbeelding in het boekje van –
inderdaad zeer “innemend zelfportret” schilderde. Een ander
kadertje betreft andere doorheen de tijd aangepaste schilderijen, in
het bijzonder het aan Peeter II Neeffs en Gillis Van Tilborgh
toegeschreven, eveneens in het bezit van The Phoebus Foundation
zijnde, Portret van een elegant koppel in een kunstkamer uit
“1652 en ca. 1675”. En weer een ander gaat over – ja, ook Van
Dyck had zijn zwakke momenten – des schilders Co-working met
Rubens, meer bepaald bij het schilderen van de plafondstukken
voor de Antwerpse jezuïetenkerk, plafondstukken waar nu alleen nog
werken van anderen van getuigen, want de kerk ging in 1718 ten
gevolge van blikseminslag in vlammen op.
En dan heb ik het alleen nog maar over een paar van die ‘kadertjes’.
Niet omdat de tekst voor de rest niet interessant zou zijn, maar
omdat ze, in tegendeel, zo interessant is dat ik er als ik me te veel
laat gaan ook te veel uit zou citeren. Dat ik er zoveel in heb
aangeduid, maakt dat voor mij helder als bronwater. Of helder als dit
verhaal van Leen Kelchtermans, natuurlijk.
Björn Roose
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ook iets te vertellen ? Ga je gang !