maandag 17 oktober 2016

Herinneringen van een soevereine rebel (Aleksandr Zinovjev)

Herinneringen van een soevereine rebel by Aleksandr Zinovjev
My rating: 4 of 5 stars

Aleksandr Zinovjev en zijn slalommende carrière beschrijven in andere woorden dan die van hemzelf is quasi onbegonnen werk. Dat sommigen daar evenwel een poging toe gedaan hebben en daar jammerlijk in gefaald zijn, bewijst onder andere volgend citaat op Wikipedia: “(...) ook was hij niet langer een tegenstander van Stalin en noemde hem één van de grootste figuren van de 20ste eeuw”. Bijzonder erg omdat eenvoudige lezing van zijn Herinneringen van een soevereine rebel, uitgegeven bij Meulenhoff in 1990, dus zestien jaar voor het desbetreffende artikel op Wikipedia verscheen, zou geleerd hebben dat zulks niet klopt. Nóg erger omdat het ook logisch niet zo hoeft te zijn. En Aleksandr Zinovjev was in de eerste plaats, en voor een groot deel van zijn leven, logicus.

Nu goed, de auteurs van het artikel op Wikipedia, vermelden zelfs niet dat hij logicus was, hebben kennelijk geen weet van zijn autobiografie (deze wordt zelfs niet vermeld in de literatuurlijst), en schrijven bijvoorbeeld ook dat hij in 1978 vertrok naar het Westen en vervolgens het staatsburgerschap van de Sovjet-Unie werd ontnomen. De werkelijkheid is dat hij begin augustus 1978 samen met zijn vrouw Olga bij de Afdeling Visa en Registratie (OVIR) werd geroepen, ze daar hun Sovjet-paspoorten afgenomen werden, “buitenlandse paspoorten” kregen en “verzocht” werden binnen de vijf dagen naar de toenmalige Bondsrepubliek Duitsland te vertrekken. Hij werd dus het land uitgegooid nadat hem de facto het staatsburgerschap was afgenomen. Zinovjev werd trouwens kwaad als men zei of schreef dat hij zelf gaan lopen was: “Toen ik in West-Duitsland kwam, schreef een Russischtalig tijdschriftje dat ik ‘de vrijheid had verkozen’. Naar aanleiding hiervan zei ik in een interview dat ik geen enkele vrijheid had verkozen, dat ze me tegen mijn wil uit Rusland hadden verbannen en dat, als me in Rusland geen erger lot te wachten had gestaan, ik mijn leven voor geen enkele westerse vrijheid had willen inruilen. Hierna ontmaskerde dat tijdschriftje mijn ‘ware gezicht’ (of ‘rukte me mijn masker af’) en bestempelde me tot agent van Moskou.”

Die liefde voor de waarheid, of op z’n minst zijn waarheid (want hij weigerde absoluut voor een ander te spreken), en het, onbezonnen of ook wetende wat de gevolgen zouden zijn, uiten daarvan, tekenen Zinovjev volgens mij het meest. Hij wist ook dat het allemaal niets uithaalde, dat de “plebejers” geen haar beter waren dan de machtigen, dat, in tegendeel, de “plebejers” vaak slechter zijn dan de machtigen. Hij zou er dan ook niet van opgekeken hebben dat op Wikipedia vermeldt wordt dat hij ná zijn terugkomst in Rusland in 1999 “niet langer een tegenstander van Stalin” was en “hem één van de grootste figuren van de 20ste eeuw” noemde. Misschien had hij nog de moeite gedaan er op te wijzen dat hij al meteen na de dood van Stalin, ook binnen de Communistische Partij waar hij toen deel van ging uitmaken omdat vaste partijgangers dachten dat hij als anti-stalinist nu wat kon betekenen voor die “partij”, had gesteld dat hij niet langer een tegenstander van Stalin was om de simpele reden dat het weinig zin heeft tegenstander van een dode te zijn. Misschien had hij daar aan toegevoegd dat hij Stalin altijd al “één van de grootste figuren van de 20ste eeuw” had gevonden en dat net dat de reden was waarom hij eind jaren 1930 met het idee rondliep een aanslag op de man te plegen. Maar misschien had hij dat ook niét gedaan.

Zinovjev was principieel zonder principieel te zijn, communist zonder communist te zijn, een goede huisvader zonder een goede huisvader te zijn. Hij was gevechtspiloot voor een regime waar hij tegen gekant was, hij was logicus onder een regime dat “logica” alleen als dekmantel gebruikte, hij was anti-communist én anti-kapitalist. Hij was het soort mens dat je alleen maar enigzins kan begrijpen als je je overgeeft aan zijn verhaal, een verhaal dat duidelijk maakt dat deze man géén voor hem nieuwe dingen deed of zei toen hij – en weerom verwijs ik naar dat stompzinnige artikel op Wikipedia (https://nl.wikipedia.org/wiki/Aleksan...) – bij zijn terugkomst in Rusland zei dat de collectivisering “een lang verwacht cadeau aan de Russische boeren was” en de communistische tegenkandidaat van Boris Jeltsin steunde.

Wie de Herinneringen van een soevereine rebel leest, zal trouwens ook niet écht raar opkijken van Zinovjevs verklaring dat hij de Serviërs Radovan Karadzic en Ratko Mladic als grote figuren van de 20ste eeuw zag en tot de uitgesproken verdedigers van Slobodan Milosevic behoorde. Hij was, zoals gezegd, een groot minnaar van de waarheid en zal met de jaren niet méér maar minder geneigd geweest zijn deze voor zichzelf te houden omdat de stroom nu een andere kant uitging. Zoals hij zelf immers schreef in deze autobiografie: “Belangrijk was niet wat je eigenlijk zei, maar in hoeverre hetgeen je zei in overeenstemming was met de algemene situatie. Belangrijk was niet in welke richting eigenlijk de massa’s gingen, maar dat je met ze in de pas liep.” En daar was hij dus nooit echt toe in staat geweest.

Ik zou deze bespreking van een boek dat ik – en dan spreek ik, in tegenstelling tot wat Zinovjev deed, wél voor iedereen, omdat niemand ooit schade ondervindt van bijleren – absoluut ter lezing/lering wil aanraden, dan ook graag eindigen met een ander citaat van Zinovjev. Het luidt als volgt: “Als alleen schrijvers zouden beslissen wie een goede en wie een slechte schrijver is, wie gepubliceerd wordt en wie niet, was er geen Shakespeare, Dante, Rabelais, Balzac of Tolstoj. Als musici zelf zouden beslissen wie er in de muziek erkenning verdient, was er geen Mozart, Beethoven of Verdi. En dit geldt op alle gebieden van de cultuur.” Daar wil ik alleen nog aan toevoegen dat kritische geesten in deze “democratische” tijden er goed aan zouden doen het niet aan “de vrije encyclopedie” Wikipedia te laten om te bepalen welke klankkleur iemand krijgt als voetnoot in de geschiedenis.

View all my reviews

Was getekend,

Björn Roose 

vrijdag 7 oktober 2016

Het nut van pessimisme en de gevaren van valse hoop (Roger Scruton)

Het nut van pessimisme en de gevaren van valse hoopHet nut van pessimisme en de gevaren van valse hoop by Roger Scruton
My rating: 5 of 5 stars

Voor een conservatief en eigenlijk voor iedereen die van een goed geschreven, léésbaar filosofisch boek houdt, is elk boek van Roger Scruton de moeite van het lezen waard. Dat geldt dus ook voor "Het nut van pessimisme en de gevaren van valse hoop" (vertaling van de hand van Jabik Veenbaas), verschenen bij Nieuw Amsterdam Uitgevers in 2010.

In dit boek gaat Scruton dieper in op de waandenkbeelden, of beter: de drogredenen, die aan de basis liggen van het denken (eigenlijk het uitschakelen daarvan) van utopisten of wat hij noemt "gewetenloze optimisten". Met dat bijvoeglijk naamwoord "gewetenloze" maakt hij ook meteen duidelijk dat hij niets heeft tegen optimisme an sich, maar wel tegen het soort optimisme dat er in de menselijke geschiedenis keer op keer voor heeft gezorgd dat mensen met een rotvaart richting afgrond stormden: communisten, nationaal-socialisten, liberalen (zoals in het Amerikaanse "liberals", een richting waartoe ook meer en meer liberalen in Europa neigen en die niks meer met vrijheid te maken heeft).

Die drogredenen zijn, in volgorde, de drogreden van het beste geval, de drogreden dat we vrij worden geboren, de drogreden van de utopie, de drogreden van de nulsom, de drogreden van de planning, de drogreden van de voortgaande geest, en ten slotte de drogreden van de samenvoeging. Met gebruik van al die drogredenen verzetten utopisten/gewetenloze optimisten zich tegen de waarheid.

En dat doen ze, aldus Scruton, omdat ze geen meter verder gekomen zijn dan hun voorouders uit het stenen tijdperk. "(...) de drogredenen die ik in dit boek heb gesignaleerd, en die naar mijn idee ten grondslag liggen aan de dwaasheden van onze tijd [zijn] geen nieuwe toevoegingen (...) aan het repertoire van de menselijke waanzin, maar residuen van de oprechte pogingen van onze voorvaders om het leven in goede banen te leiden. Ze vertegenwoordigen gedachteprocessen die werden verkozen omdat ze van nut waren in de strijd op leven en dood waaruit op den duur de gevestide samenlevingen voortkwamen."

Alleen, en dat is op zich een grappige wending in een conservatief boek, zijn ... de tijden veranderd. In "ons beschaafde heden" dienen die drogredeneringen tot niets meer, in tegendeel. Ze zijn in essentie een "oorlogshouding (...) aangewend in tijden van vrede en sociale samenwerking". "We moeten ons afkeren van (...) alomvattende visioenen, en het beeld van de menselijke onvolmaaktheid voor ogen houden. We moeten erkennen dat elke vorm van vrijheid, geluk en genegenheid die we kunnen veroveren afhankelijk is van onze samenwerking met mensen die even zwak en egocentrisch zijn als wijzelf. Kortom: we moeten valse hoop vervangen door ware hoop, eenheid door ironie en onderwerping door vergeving."

Da's alvast een pessimisme waar ík voor teken.

View all my reviews

Was getekend,

Björn Roose