donderdag 31 oktober 2019

Perestrojka - Een nieuwe visie voor mijn land en de wereld (door Michail Gorbatsjov)

Björn Roose bespreekt - Perestrojka (Michail Gorbatsjov)
Laat ons wel wezen, alleen al het feit dat er "en de wereld" in de titel van dit boek staat, zou het afschrikwekkend genoeg moeten maken om het te lezen (of net niet). Michail Gorbatsjov was per slot van rekening - en mensen schijnen dat van communisten véél eerder te vergeten dan van, pakweg, nationaal-socialisten of fascisten - een dictator van het ergste soort: een die mensen omwille van hun politieke mening naar gevangenissen stuurde, ze liet martelen, verhinderde dat wie dan ook het land uit kon tenzij met toestemming van de regering. En dictators met visies voor "de wereld" dienen dan wel met aandacht gevolgd te worden, maar vooral aan een korte lijn gehouden.

Dat is met Gorbatsjov niet gebeurd omdat het voorwerp van zijn dictatuur in zijn handen uiteenviel en hij er met de schrik van af kwam. Hij is, net zomin als wie dan ook van zijn dictatoriale machtsapparaat, ooit vervolgd, wat toch wel eigenaardig mag heten. Hij mag overal ter wereld zijn opwachting maken, wordt als een vriend onthaald door zetelende en voormalige staatshoofden, en heeft tegenwoordig weer een boekje in de boekhandel liggen. Is dat omdat hij, doordat de Sovjet-Unie in duigen viel, zogezegd de Koude Oorlog heeft beëindigd (een onvrijwillige prestatie waarvoor hij ook nog eens de Nobelprijs voor de Vrede kreeg) ? Omdat machthebbers wereldwijd in niets anders dan macht geloven en Gorbatsjov dus na de ondergang van zijn dictatuur een schoothondje werd ? Of toch, misschien, omdat de ideologie van die machthebbers in essentie niet zoveel verschilt van die van de voormalige dictator ?

Ik zou het niet kunnen zeggen, maar dat alleen al zijn redenen genoeg om Perestrojka - Een nieuwe visie voor mijn land en de wereld ook zoveel jaar na datum eens te lezen. Eigenlijk alléén dat, zou ik daar aan durven toevoegen, want het boek is behalve zeer leugenachtig (het bevat op zijn best hier en daar een halve waarheid) vooral buitengewoon slecht geschreven. Zelfs over wié het geschreven heeft, schept het boek trouwens geen duidelijkheid: de inleiding begint dan wel met de zinssnede "Met het schrijven van dit boek heb ik mij rechtstreeks willen wenden tot (...)", maar een paar bladzijden later is dat al wij geworden, "wij, de partijleiding van de Sovjet-Unie, zijn tot de conclusie gekomen - en wij blijven dit herhalen (...)".

En wat schrijven die "wij" dan? Een hoop nonsens, zo bleek al een paar jaar later. Deze bijvoorbeeld: "Het Sovjetvolk begrijpt en aanvaardt dit beleid. Perestrojka heeft de hele samenleving in beweging gebracht". Of - ronduit hilarisch - dit: "Het is algemeen bekend dat de Sovjet-Unie al heel lang streeft naar vrede en samenwerking en vele voorstellen heeft aangedragen die, indien ze waren aangenomen, de internationale toestand genormaliseerd zouden hebben". Niet dat de Verenigde Staten wél "naar vrede en samenwerking" streefden, natuurlijk, maar als je een zogenaamd ernstig bedoeld boek al met zo'n grappen begint, moet je niet verwachten dat de lezer de rest nog serieus zal nemen. Al helemaal niet als je er vervolgens in slaagt het ene moment toe te geven dat de economie van je rijk de dieperik in gaat, om het volgende moment te zeggen dat "de wetenschap, de economie en de cultuur (...) zich verder [bleven] ontwikkelen", of in de ene paragraaf te verkondigen dat "een groot aantal partijorganisaties in de districten (...) niet in staat [was] om de principes te handhaven of om vastberaden ten strijde te trekken tegen de slechte tendensen, slappe houdingen, de praktijk om elkaar te dekken en de verslapte discipline" om de volgende paragraaf te beginnen met "Uiteraard deden de partijorganisaties wel hun werk (...)".

Da's een beetje al te gek, al wordt het meteen nog gekker: "Er werd een beleid van openheid afgekondigd. Degenen die zich uitspraken vóór de Partij, de regering en economische en openbare instellingen en die hun activiteiten openlijk bedreven, mochten hun gang gaan en ten onrechte opgelegde beperkingen en verboden werden opgeheven". Echt, zo staat het er. Geen censuur dus ... voor wie het eens is met de dictatuur. Wellicht is dat soort ... tsja, hoe noem je dat? ... grapjasserij wat de dictator even later aanduidt met de term "socialistische democratie"? Zoiets als de verplichte "liberale democratie" en het "Optimismus ist eine moralische Pflicht" van Verhofstadt en consoorten? Of is het toch gewoon "democratie" zoals we die ook in het "vrije" westen kennen? "(...) initiatief van de massa", aldus Gorbatsjov, "het grootst mogelijke respect voor het individu en aandacht voor persoonlijke waardigheid". Zoiets dan als om de zoveel jaren mogen gaan stemmen en voor de rest niks in de pap te brokken hebben, maar dan zonder het stemmen?

Een mens vraagt zich hoe dan ook af waarom perestrojka nodig was, met zijn "werkelijk revolutionaire karakter" en "allesomvattende reikwijdte". "(...) de moeilijkheden en problemen van de jaren zeventig en tachtig [waren]" per slot van rekening, "niet een of andere crisis voor het socialisme als sociaal en politiek systeem, maar (...) veeleer het resultaat van een onvoldoende consequente toepassing van de beginselen van het socialisme, van het afwijken ervan". Méér "socialisme" moest dus de Sovjet-meubelen redden, zoals volgens de Eurocraten méér "Europa" (lees: Europese Unie) de EU-meubelen zal redden.

Maar goed, "er [kwamen] (...) wel misrekeningen en beleidsfouten voor", maar "het is een feit dat de post-revolutionaire ontwikkeling (...) voornamelijk [moeilijke] perioden heeft gekend" door "imperialistische krachten en hun botte inmenging in onze binnenlandse aangelegenheden". Alles ging goed in de Sovjet-Unie tot die smerige kapitalisten zich kwamen bemoeien. Een Sovjet-versie van "alles ging goed in de Verenigde Staten tot die smerige Russen er voor zorgden dat Donald Trump verkozen raakte", dus. Een fenomeen dat zich in ieder geval niet zou voordoen in de "open" dictatuur van Gorbatsjov, want "ik bedoel niet dat men mensen moet overhalen, zoals sommige kandidaten in bepaalde landen tijdens verkiezingscampagnes doen". Nee, verkiezingen, "daar houdt ons volk niet van". "Zij willen de waarheid weten" en de dictatuur kent die.

Trouwens, de dictator en zijn acolieten leerden bij: "De opvattingen van het socialisme blijven zich ontwikkelen; ze worden voortdurend verrijkt doordat historische ervaringen en objectieve omstandigheden worden verdisconteerd. Wij hebben altijd geleerd, en dat doen we nog steeds, van Lenins creatieve benadering van de theorie en praktijk van socialistische opbouw. We gebruiken zijn wetenschappelijke methoden en maken ons zijn gave tot het analyseren van concrete situaties eigen. Tijdens het voortschrijden van perestrojka bestuderen we steeds weer opnieuw Lenins werken, en dan vooral zijn laatste". Ligt het aan mij of hoor ik daar een communistische echo van het islamisme, dat ook steeds bereid is bij te leren als het maar gebeurt op basis van de werken van Mohammed, vooral zijn laatste?

Soit, op sommige punten had Gorbatsjov wél gelijk: "Onze tegenstanders in het Westen hebben deze zwakte, die zich het duidelijkst aftekende aan het einde van de jaren zeventig en in het begin van de jaren tachtig, opgemerkt en zij maakten zich gereed om de Sovjet-Unie te verwijzen naar het 'kerkhof van de geschiedenis'. Maar hun requiem kwam duidelijk te vroeg". Het duurde inderdaad nog vijf jaar vanaf de afkondiging van perestrojka en glasnost tot de Sovjet-Unie definitief ten grave werd gedragen. "Waarheid, dat is de hoofdzaak", aldus Gorbatsjov, "Lenin zei: 'Meer licht! Laat de Partij alles weten!' Meer dan ooit tevoren moeten wij vermijden dat er ergens donkere hoeken zijn, waar opnieuw schimmel kan ontstaan en waar alles waartegen wij vastbesloten ten strijde zijn getrokken, de gelegenheid krijgt te gaan woekeren". Maar dat het licht zou binnenkomen langs de scheuren in het IJzeren Gordijn, langs een gevallen Muur van Berlijn, dát had "de Partij" duidelijk niet zien aankomen.

Ach wat, ik kan nog een hele tijd doorgaan over de media en de "intelligentia" zoals de dictator die zag, over de "volledige bedrijfscalculatie" waar hij zo hoog mee opliep, over de "gegarandeerde baan", het "gratis middelbaar en hoger onderwijs", de "gratis medische verzorging", de "goede voorzieningen voor bejaarde burgers", de "directe democratie", de "unie van socialistische volken", de "natuurlijke keuze" van het Russisch als gemeenschappelijke taal voor iedereen die zich "beschermd" voelde door de Sovjets, over de vrede die de Sovjets over de wereld zouden verspreiden, enzovoort, maar de feiten ontdaan van de dikke laag propaganda hebben intussen al lang bewezen anders te zijn. "In 1917 zei Lenin", aldus Gorbatsjov, "Nu wij een revolutie zijn begonnen, moeten wij doorgaan tot het bittere einde". Waarop Gorbatsjov, zoveelste dictatoriale opvolger van de dictatoriale Lenin, liet volgen: "Dit geldt ook voor perestrojka: de Partij zal doorgaan tot het bittere einde". En dat deed ze.

Al was het einde dus niet écht bitter voor Gorbatsjov. Hij overleefde - in tegenstelling tot zovele tegenstanders van het communisme - zijn dictatuur en dat kan een rechtgeaard mens alleen maar jammer vinden. "(...) we moeten de politici nooit opsplitsen in favoriete en niet-favoriete, in gerespecteerde en niet-gerespecteerde", schrijft Gorbatsjov op het einde van het hoofdstuk Ontwapeningskwesties en de betrekkingen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Maar ik ben van oordeel dat "politici" mogen opgesplitst worden in zij die verdienen opgehangen te worden en zij die dat niet verdienen. En dictators vallen hoe dan ook niét in die laatste categorie.

Björn Roose

woensdag 30 oktober 2019

Naar Engeland gedeporteerd - Vlaamse geïnterneerden op het eiland Man - 1940-1945 (door Carlos H. Vlaemynck)

Björn Roose bespreekt - Naar Engeland gedeporteerd (Carlos H. Vlaemynck)
11 november komt er weer aan en daarmee de jaarlijkse herdenkingen. Die zullen ook respectievelijk 100 jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog en bijna 75 jaar na het einde van de Tweede ongetwijfeld behalve over oorlog en vrede ook over de good guys en de bad guys gaan. Niet meer dan passend dus om in deze tijd van het jaar een boekje te lezen dat nóg maar eens aantoont dat de officiële good guys dat verre van altijd waren (en zijn).

Naar Engeland gedeporteerd - Vlaamse geïnterneerden op het eiland Man - 1940-1945 is zo'n boekje. Carlos H. Vlaemynck schreef het neer "uit de mond" (zoals dat dan heet) van Ieperling Luc Desramault en ik ga er van uit dat het in 1984 bij De Nederlandsche Boekhandel (DNB, sinds 1986 bekend onder de naam Uitgeverij Pelckmans) verschenen werk ook nu nog verbazing kan wekken bij de lezers. Ikzelf kende de basis van het verhaal, maar niet de "details", en dit boek gaat in zowel op die basis als op die "details".

Wat die basis betreft, die doet Vlaemynck al meteen in zijn inleiding uit de doeken:

"Toen België op 10 mei 1940 voor de tweede maal in nog geen kwarteeuw door Duitse troepen overrompeld werd, besloot de regering alle verdachte personen, zowel vreemdelingen als landgenoten, bij wijze van voorzorgsmaatregel in hechtenis te nemen. Van uur tot uur zonden de nationale radiozenders oproepen uit waarin de bevolking aangespoord werd hulp te verlenen bij het onschadelijk maken van vijandelijke parachutisten, spionnen en saboteurs. Weldra maakte er zich een ware spionnen-psychose van de bevolking meester. Deze psychose werd in de hand gewerkt door de sterke verhalen van de honderdduizenden vluchtelingen. Overal dacht men leden van de 'Vijfde Colonne' te zien en het aantal preventieve arrestaties steeg onrustbarend. Duizenden mensen, onder wie vooral leden van het V.N.V., het Verdinaso, Rex en de K.P. kwamen aldus in de gevangenis terecht. De meesten onder hen waren onschuldig. Zij kregen echter de kans niet hun onschuld te bewijzen omdat hun aanhouding slechts een zogenaamde 'voorlopige administratieve veiligheidsmaatregel' was, hetgeen iedere vorm van rechtsbijstand uitsloot. Nadat de Franse en Britse troepen op de 19de mei het Nederlandse en het Belgische leger te hulp waren gesneld, gingen de militaire autoriteiten van beide mogendheden eveneens tot aanhoudingen op Belgisch grondgebied over. Zij deden dit onder voorwendsel de aanvoerlijnen van hun strijdkrachten in het opmarsgebied veilig te stellen. Vooral de Fransen lieten zich bij dit wederrechtelijke optreden - België was immers een bondgenoot en geen bezet gebied - niet onbetuigd. Met het oog op de te verrichten arrestaties hadden zij zelfs maanden vooraf door geheime agenten in het neutrale België 'verdachtenlijsten' laten opstellen. Ten gevolge van het bijzonder snel oprukken van de Duitse troepen werd een aanzienlijk aantal politieke gevangenen in uiterst verwarde omstandigheden naar Frankrijk gedeporteerd. Voor velen onder hen betekende deze wegvoering het begin van een wekenlange lijdensweg. [Voor onder andere Joris Van Severen betekende het zelfs het einde, noot van mij] Een kleine groep verdachten kwam evenwel in Engeland terecht."

Bij die "kleine groep verdachten" het hoofdpersonage van dit boekje, Luc Desramault, destijds gouwleider (regionaal leider) van het Algemeen Vlaamsch Nationaal Jeugdverbond, voor wie deze deportatie vijf jaar zou duren. Liever dan hier het hele verhaal dunnetjes over te doen, houd ik het bij een aantal veelbetekenende citaten:

"Onze bewaking [bij de eerste stop, de gevangenis van Ieper, noot van mij] bestond deels uit politieagenten en deels uit leden van een soort plaatselijke burgerwacht." [terwijl in "klassieke" geschiedenisboeken altijd volgehouden wordt dat burgers pas andere burgers gingen gevangenhouden tijdens de repressie-annex-straatterreur, noot van mij]

"In de bus [waarmee de stouterds afgevoerd werden richting Oostende om van daar richting Engeland gedeporteerd te worden, noot van mij] kregen wij het gezelschap van een zestal Joodse vrouwen die drie kinderen bij zich hadden. Voorts waren er nog enkele communisten bij uit Moeskroen, Wervik en Menen alsook enkele vreemdelingen." [Geef toe, een gezelschap dat, als de Vlaams-nationalistische "verdachten" nationaal-socialisten zouden geweest zijn, toch wel zéér explosief was samengesteld, noot van mij.]

"Op onze bus zat er een jonge jodin die door de natuur met heel wat charmes begunstigd was. Zij bracht het zover dat een van de gendarmen erg verlangend werd om even met haar alleen te zijn ... Toen beiden na geruime tijd terugkwamen, bleek de jodin in het bezit te zijn van enkele koekjes en karamels die wij van haar konden kopen om onze kwellende honger te stillen. Zij bracht het zover dat wij zelfs een weinig water kregen om onze brandende keel te verfrissen." [Het gemengde gezelschap had dus duidelijk ook geen hekel aan mekaar, noot van mij.]

"Niettegenstaande wij slechts verdachten waren, werden wij onderworpen aan het reglement dat van toepassing was op de veroordeelden [in de Londense gevangenis Pentonville, noot van mij] (...) Onze ondervragers hadden een burgerpak aan en waren telkens met vieren. Merkwaardig genoegen kregen wij nooit hun gelaat te zien. Zij droegen steeds een zwarte satijnen kap voorzien van twee doorkijkspleten en een mondopening over het hoofd. Het maakte aanvankelijk een vrij lugubere indruk en liet ons het ergste vermoeden. (...) De ondervragingen duurden twee dagen telkens zonder onderbreking van 8 tot 12 uur en van 13 tot 17 uur. Zij gingen gepaard met heel veel intimidatie. Herhaaldelijk kregen wij te horen dat indien wij de waarheid niet zouden zeggen, zij er die wel uit zouden krijgen! Herhaalde malen verklaarden zij onomwonden dat zij ons zouden afmaken, hetgeen bij ons de bedenking ontlokte dat indien zij toch reeds van plan waren ons te liquideren het dan in feite geen zin meer had om ons te ondervragen. Het kruisverhoor bestond meestal uit vragen die zij door elkaar stelden in de hoop ons op tegenstrijdige antwoorden te kunnen vangen. Dit leverde evenwel niets op aangezien wij niets te verbergen hadden. Wij waren weliswaar allemaal op de een of andere wijze in de Vlaamse beweging actief geweest, maar dit had met de oorlog nooit iets te maken gehad." [Deze mensen waren dus zonder welke officiële beschuldiging dan ook opgepakt, gedeporteerd en gevangen gezet en nu hoopte de belgische staat er op dat ze zelf bewijzen zouden leveren van collaboratie terwijl ze zelfs ... de oorlog niet van dichtbij hadden gezien, noot van mij.]

"Toen wij in Hutchinson [Hutchinson Camp, een Brits concentratiekamp op het eiland Man, noot van mij] aankwamen, zaten er naar schatting wel vijfduizend joden in het kamp en hoop en al een vijftigtal niet-joden, onder wie Leo Hoste en ik." [Weer dat eigenaardige idee om potentiële "nationaal-socialisten" op te sluiten samen met joden, noot van mij.]

"Het is via dit communicatiesysteem [in de gevangenis van Leeds, de volgende halte van Desramault, noot van mij] dat wij tot de ontdekking kwamen dat er in de gevangenis heel veel Ierse politieke gevangenen zaten. Zij waren leden van de I.R.A. Wij hadden deze drie mysterieuze letters reeds herhaaldelijk als graffiti op de muren van de gevangenis zien prijken, maar de inhoudelijke betekenis van dit letterwoord was toen nog maar een vaag begrip voor ons. Geleidelijk aan leerden wij deze Ierse nationalisten en hun strijd voor de volledige hereniging van hun eiland in één onafhankelijke republiek beter kennen." [Ofte flater nummer zoveel van de Engelsen, noot van mij.]

"Hoezeer de Londense politiemannen zich [dit keer in Camp X, een ander concentratiekamp op het eiland Man, noot van mij] ook inspanden om het kampleven draaglijker te maken, toch kreeg de drang naar de vrijheid sommigen van ons zo erg te pakken dat er ontvluchtingspogingen werden ondernomen. Een van de merkwaardigste pogingen werd op touw gezet door drie geïnterneerde Nederlanders. Een was officier bij de Koninklijke Nederlandse Marine, de tweede was stuurman bij de Nederlandse Koopvaardij en de derde was piloot bij de K.L.M.. Alle drie werden, terecht of ten onrechte, dat heb ik nooit geweten, verdacht van lidmaatschap bij de N.S.B. Zij hadden hun tocht zorgvuldig gepland en voorbereid. Aldus hadden zij wekenlang in de fabriek waar zij overdag werkten kleine hoeveelheden benzine gehamsterd. Op een mooie morgen kaapten zij ongezien een motorbootje, brachten de benzine aan boord en startten de motor. Met een brede zwaai staken zij van wal en stevenden op volle kracht de Ierse Zee in zuidwestelijke richting op met de kennelijke bedoeling de kust van de neutrale Ierse Republiek te kunnen bereiken. Aanvankelijk scheen hun poging te zullen slagen maar plots kwamen zij echter in een opstekende storm terecht. Aangezien de Ierse Zee een soort van binnenzee is, zijn de golfslagen er kort maar krachtig. Zij kregen water in de boot en de motor begon te sputteren. Weldra viel hij geheel stil en wat zij ook probeerden om hem weer op gang te krijgen, niets mocht baten. Voortgestuwd door de storm dreven zij af naar de Schotse kust. Een Brits legervliegtuig had reeds de drenkelingen opgemerkt en toen hun vaartuig in de branding aan diggelen sloeg en zij uitgeput aan land strompelden, werden zij er opgewacht door militairen die hen oprecht feliciteerden met de gedurfde stunt! Later moesten zij voor een krijgsgerecht verschijnen en werden er tot één maand gevangenisstraf veroordeeld wegens diefstal van benzine en het ontvreemden van een boot. De Britse eigenaar van het vaartuigje weigerde schadevergoeding te vragen. Als sportieve Engelsman vond hij het al erg genoeg dat hun poging mislukt was!" [En dat zijn nu de dingen die een mens veel te weinig leest in "oorlogsverhalen", het respect dat "vijanden" voor mekaar kunnen opbrengen in de juiste omstandigheden, noot van mij]

"Aldus gingen langzaam maar zeker de oorlogsjaren voorbij. Een paar malen kregen wij bezoek van leden van het Belgische Rode Kruis. Vóór onze aankomst in 'Camp X' hadden wij ze nog nooit gezien. Met veel tegenzin spraken zij Nederlands en het eerste wat zij deden, was ons verwijten maken. Volgens hen waren wij slechte Belgen, omdat wij in een interneringskamp zaten. Het was onze plicht dienst te nemen bij het Belgisch Leger en te gaan strijden tegen de Duitsers. Daarop hebben wij hen ons standpunt uiteengezet. Wij zegden dat wij bereid waren de Belgische strijdkrachten in Groot-Brittannië te vervoegen op voorwaarde dat wij eerst volledig in het openbaar gerehabiliteerd zouden worden. Daar konden zij niet voor instaan, zegden zij, wij moesten dat met de Engelsen regelen. En wanneer wij dan met de Engelsen daarover van gedachten wisselden, verwezen zij ons naar de Belgische regering te Londen. Het gevolg was dat de zaken bleven zoals zij waren en dat de afgevaardigden van het Belgische Rode Kruis ons kamp niet meer bezocht hebben." [Kafka, iemand ?, noot van mij]

En dan, dan moest de kers op de taart nog komen:

"Toen de afreisdatum aanbrak, pakten wij onze koffers en kregen wij onze identiteitskaarten terug. Voorts gaven de Britten ons een vrijgeleidebrief waarop stond dat wij in België overal mochten heengaan waar wij maar wensten. Op 20 mei 1945, Pinksterzondag, stapten wij voor het eerst in ruim vijf jaar als vrije burgers aan boord van een Brits legervliegtuig. (...) Bij de uitgang van de luchthaven [die van Evere, noot van mij] werden wij tegengehouden door enkele mannen in burger. Zij wensten onze persoonsbewijzen te zien. Geen onheil vermoedend toonden wij ze onze vrijgeleidebrieven. Daarop zegden zij dat er voor ons vervoer voorzien was om ons naar Brussel te brengen. (...) Toen men ons daar ter hoogte van het Cantersteen liet uitstappen, werden wij spoedig omringd door een vijandig gezinde menigte die, naar wij later vernomen hebben, daar uit Duitsland gerepatrieerde collaborateurs stond op te wachten. Wij werden er uitgemaakt voor 'sales boches' (smerige moffen) en kregen harde klappen te incasseren. (...) Onder veel gejouw en getier van de omstaanders werden wij [na een ondervraging in Cantersteen, noot van mij] terug in de camion geduwd die ons na een korte rit in het 'Klein Kasteeltje' afleverde. Wij vlogen er bij de aldaar reeds opgesloten incivieken en brachten daar een tiental dagen door. Het eten was er bar slecht en bestond hoofdzakelijk uit gedeshydrateerde rode kool en wortelen. Weldra zat iedereen met diarree geplaagd. Daarna werden wij overgebracht naar de gevangenis van Sint-Gillis (...) Vanuit Sint-Gillis werd ik dan overgeplaatst naar de inmiddels tijdens de oorlog wederopgebouwde gevangenis van Ieper. (...) Het duurde tot in september 1945 vooraleer ik de militaire auditeur te zien kreeg. Hij wist mij alleen maar te vertellen dat er tegen mijn gedrag tijdens de oorlog niets viel in te brengen en dat er derhalve geen reden was om mij te vervolgen. (...) Aangezien ik onschuldig was, gaf de krijgsauditeur bevel mij op staande voet [na zo'n vijf jaar volkomen onterechte vrijheidsberoving dus, noot van mij] in vrijheid te stellen. Hij gaf mij echter de raad mij voor mijn eigen veiligheid voorlopig niet in de buurt van Ieper te vestigen. Ik heb zijn raad opgevolgd en heb eerst een drietal maanden in Vilvoorde bij een zuster van mijn vader gewoond. (...) Daarna heb ik nog zogezegd mijn domicilie gehad bij mijn broer in Komen. Het is daar dat ik dan op 28 februari 1946 een officieel attest van buitenvervolgingstelling heb bekomen."

Om dit waanzinnige verhaal te beëindigen geef ik nog graag mee dat in die officiële buitenvervolgingstelling nog steeds geen reden stond aangegeven waarom Luc Desramault vijf jaar van zijn leven beroofd is door de Belgische staat, maar wel dat die buitenvervolgingstelling "slechts van voorloopigen aard" was en "het hernemen van het onderzoek niet [verhindert] ingeval er zich nieuwe bezwaren voordoen".

Allemaal het overdenken waard als de wereld van de oorlogsjaren weer eens door iemand opgedeeld wordt in zwart en wit ...

Björn Roose

dinsdag 29 oktober 2019

Zwarte zondag - Beschouwingen over de democratie in belgië (door Piet Piryns en anderen)


Het meest fascinerende aan de resultaten van de jongste belgische verkiezingen - die liggen intussen ook alweer meer dan vijf maanden achter ons - was wat mij betreft vooral het feit dat ze voor zoveel mensen ... fascinerend waren. Okee, Vlaams Belang scoorde beter dan ik had verwacht na de klappen die de partij in voorgaande verkiezingen had gekregen, maar de algemene reactie op die score leek zó sterk op totale verbijstering dat die reactie alleen kon gespeeld zijn of getuigen van een extreem kort geheugen.

Ja, Vlaams Belang haalde voor het Vlaams Parlement een score van 18,50 procent en voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers 11,95 procent, maar in 2004 kwam datzelfde Vlaams Belang nog aan 24,15 % van de stemmen voor het Vlaams Parlement en in 2007 aan 11,99 procent voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Méér dus dan bij de recentste verkiezingen het geval was, maar toch was die verbijstering - voor wie het politieke schouwtoneel al een tijdje in de gaten houdt - nú groter dan in 2004 of 2007.

Dat zou kunnen gelegen hebben aan het feit dat dat politieke schouwtoneel intussen voor een groot deel nieuwe spelers kent, in welk geval de reactie misschien niét gespeeld was, maar dan blijft de thesis van het extreem korte geheugen wel overeind. Daarom ook nam ik even een boekje ter hand dat al een eeuwigheid in mijn boekenkast verblijft: Zwarte Zondag - Beschouwingen over de democratie in belgië, samengesteld door Piet Piryns. Dat boekje dateert van 1992, maar vervang een aantal van de auteursnamen door andere en verander "1992" even in "2019" en je kan het boekje opnieuw uitgeven als reactie op de verkiezingen van 21 mei jongstleden.

Bart Maddens vindt dat de stemplicht moet afgeschaft worden - nog altijd, neem ik aan -; Eric Corijn ziet niet in welk "signaal" er gegeven is; Piet Bulteel vindt dat het de fout van de "centrumpartijen" is; Luc Van Den Bossche vertelt een multicultureel sprookje; Paul Staes vindt dat de schijnwerpers moeten gericht worden op de stoute jongens en meisjes van het Vlaams Belang; Jan Lippens vindt dat de "onderliggende problemen" te lang genegeerd zijn; Filip Rogiers wil wat doen aan ons woordgebruik; Rudi Van Doorslaer sleept er meteen al in zijn titel "1936" bij; René De Preter wil nog wat dieper de utopie induiken ('t is te zeggen, hij wil "een nieuwe utopie"); Patrick Janssens denkt dat de reclamesector steken heeft laten vallen; Annemie Neyts wil verder naar links opschuiven; Charles Ducal wil dat we allemaal de blaadjes van de PVDA gaan lezen (omdat daar "de waarheid" in staat); Herman De Coninck gooit er een paar gedichten tegenaan; Hans Verstraeten oordeelt dat de media hun werk niet gedaan hebben; Stefaan Vermeulen wil het vermaledijde kapitalisme over boord gooien; Bert Broeckaert wil de "slachtoffers" van het Vlaams Belang nog wat geld toestoppen via "een algeheel kansarmoedebeleid"; en beroeps-68'er Paul Goossens wil dat allemaal tegelijkertijd.

Nil novi sub sole, dus (als je even de steeds minder Latijn sprekende Bart De Wever buiten beschouwing laat die het doén alsof je praat met het Vlaams Belang tot een hoger niveau heeft getild dan Yves Leterme eerder deed), zelfs niet in het woordgebruik en de "logica".

"Is dat toegenomen racisme te wijten aan de migranten? Dat moet nog worden aangetoond. In elk geval is het blijkbaar niet verbonden aan het echt samenleven met migranten. Tenzij de Vlaams Blok-stemmen in Kapellen of Brasschaat een reactie zijn tegen de economische vluchtelingen uit het noorden die er komen wonen om de vermogensbelasting in Nederland te ontvluchten", dixit Eric Corijn, die daarmee kennelijk wil aangeven dat je alleen een mening kan hebben over iets als het net naast je deur leeft/gebeurt. Iets wat hij wellicht niet vindt als iemand uit datzelfde Kapellen of Brasschaat stemt voor het optrekken van de werkloosheidsvergoeding. Maar toegegeven, ik ben nog dit jaar iemand tegengekomen die me toevertrouwde dat hij niét voor het Vlaams Belang stemde omdat er geen "vreemdelingen" in zijn buurt woonden. Als daar verandering in zou komen, zou hij dat wél gaan doen. Misschien heeft Corijn dus wel een beetje gelijk, maar dan in een andere richting.

"De stem die je uitbrengt op een niet-democratische partij is immers nooit onschuldig. Hoe ludiek of protesterend men ook wilde zijn, het excuus 'wir haben es nicht gewusst' is al lang niet meer geloofwaardig", aldus Piet Bulteel. Maar wanneer gaan hij of al die anderen die het Vlaams Belang consequent blijven aanduiden als "niet-democratisch", "anti-democratisch" of "ondemocratisch" nu eens die stelling hard maken? Kwestie dat ik vind dat die partij er intussen toch wel al héél lang over doet om met andere dan democratische middelen de macht te grijpen ...

"Het lijkt wel alsof de jaren '30 met hun afbouw van de democratische samenleving en dreiging van het fascisme en de oorlog, met hun bezetting, ellende en vernieling, uit het collectief geheugen en het wereldbeeld zijn verdwenen. Ook al vormt dat verleden geen glazen bol voor de toekomst, dan nog demonstreert het ten overvloede waartoe de negatie van de Westeuropese democratische beschavingsideeën, gesteund op waarden van de Verlichting en de Franse revolutie, leiden kan", voegt Rudi Van Doorslaer daar aan toe. Ik begrijp dat die man van de Tweede Wereldoorlog zijn leven gemaakt heeft en er zijn brood mee verdiend heeft, maar misschien zouden hij en anderen die dat soort onzin uit hun botten slaan eens moeten gaan nadenken over overdaad en het verband met schaden. Nog los van het feit dat de Franse revolutie, waar hij zo hoog mee oploopt, verre van beschaafd was en dat "de Westeuropese democratische beschavingsideeën" een hele mond vol is om niets mee te vatten.

Of, ten slotte, deze van Charles Ducal: "We mogen aannemen dat de Vlaams Blok-stemmen voor het grootste deel vrij 'onbewuste' stemmen zijn, eerder angst- en woedereflexen dan een politieke keuze (...) [en we moeten] de Belgen aanpakken, hun vooroordelen, hun gebrekkige historische kennis, hun morele blindheid". Als ik een reactie gebaseerd op "angst- en woedereflexen", "vooroordelen", "gebrekkige historische kennis" en "morele blindheid" zou moeten definiëren, dan zou het er precies een zijn zoals die van Charles Ducal. Als diezelfde kiezers die de ene verkiezing voor het Vlaams Belang stemmen bij een volgende verkiezing voor, pakweg, de socialisten stemmen, vraagt iemand als Charles Ducal zich namelijk geen moment af of die mensen dat doen vanuit "vooroordelen", "gebrekkige historische kennis", "morele blindheid" of "angst- en woedereflexen", want dan hebben die brave kiezers de juiste stem uitgebracht.

Van kennelijk oliedom naar superslim en bij de volgende verkiezing wéér naar oliedom, dat is een evolutie die mensen als Charles Ducal simpelweg negeren, terwijl net dat wisselen van stemgedrag véél meer vertelt over de kiezer dan het stemgedrag an sich. Zo'n beetje zoals de inwisselbaarheid van de commentaren op de verkiezingen van 1992, toen het Vlaams Blok trouwens nog een partijtje van niks was, met die op de verkiezingen van 2019 alles zegt. Geheugen, daar gaat het om. Een mens die gaat kiezen, heeft er geen (anders zou hij niet gaan kiezen, voor niemand), net zomin als de mensen voor wie hij gaat kiezen ...

Björn Roose