dinsdag 8 juli 2025

De Shining – Stephen King (boekbespreking door Björn Roose)

De Shining – Stephen King (boekbespreking door Björn Roose)

Ik ben ooit – zeer lang geleden – een fervent lezer van de boeken van Stephen King geweest. Carrie, zijn eersteling, heb ik overgeslagen, maar Salem’s Lot (in het Nederlands voorzien van de titel Bezeten stad), Rage (onder het pseudoniem Richard Bachman), de bundel Night Shift, Roadwork (ook als Richard Bachman), Different Seasons, The Running Man (weerom als Richard Bachman), Christine, Thinner (nog een keer onder de naam Richard Bachman), The Long Walk (idem), de bundel Skeleton Crew, enfin, ongeveer alles wat hij tot in 1986 publiceerde, heb ik verslonden.

Bij It hield ik het voor bekeken (misschien omdat ik later zoveel zou te maken krijgen met IT’ers), al heb ik nadien nog wel genoten van de verfilming van Misery en Dolores Claiborne, telkens met Kathy Bates in de hoofdrol, wat niet het geval was met de miniserie The Stand, die ik niet half wist uit te zitten, en ook niet met het idee dat ik nog ooit wat van King zou lezen. Op de een of andere manier was ik op het einde van mijn tienerjaren zo’n beetje uit zijn soort horror gegroeid (want, voor wie hem niet kent, King is voornamelijk een horrorschrijver), en wat ik de jongste jaren van de man zag passeren op Twitter en vervolgens X was voor mij niet van aard om hem ooit weer ernstig te gaan nemen als auteur.

En toch heb ik onlangs De Shining uit mijn boekenkast tevoorschijn getoverd, het enige boek van hem dat daar in te vinden was, en dát omdat het deel uitmaakte van een ooit door Het Laatste Nieuws gepubliceerde serie die ik een paar jaar geleden, na die vele jaren geleden gekocht te hebben en vervolgens weer kwijtgespeeld, gratis op de kop kon tikken. De Shining zijnde het boek dat, in 1977, verscheen tussen Rage en Night Shift, en dat ik vroeger nooit gelezen had. De Shining ook zijnde het boek dat in 1980 werd verfilmd door Stanley Kubrick en allicht daarom later nooit meer onder de alternatieve Nederlandse titel Het tweede gezicht verscheen.

Van die verfilming heb ik weinig gezien. Wat ik net bekeken heb toen ik aan deze boekbespreking begon, maakte me niet triest om dat verzuim, want zelfs die tien minuten volstonden al om tot de conclusie te komen dat zo ongeveer álles wat in het boek belangrijk is, achterwege gelaten werd in de film. De hele karaktertekening, bijvoorbeeld, de gedachtengangen, enzovoort, iets waarvan een collega van me, die eerst de film gezien had, vond dat het ook maar een hoop ‘blabla’ was.

Maar wat ik wél gezien had van de film voor ik het boek las, zijnde een paar fragmenten waarin Jack Nicholson, die de rol van Jack Torrance speelde, zijn vrouw en kind probeert te vermoorden (met een bijl, terwijl dat een instrument is dat hij in het boek totaal niet gebruikt), heeft wel iets van het boek verprutst. Ik kon Jack Torrance namelijk nooit ‘zien’ zonder de grijns van Nicholson op zijn gezicht en zonder dat hij “Here’s Johnny!” riep (wat overigens mogelijk in de originele versie voorkomt, maar niét in de vertaling). Dat van driehonderdtachtig bladzijden tekst nogal wat overboord gegooid wordt bij het maken van een twee uur en twintig minuten durende film (in de Europese release zelfs nog geen twee uur) begrijp ik enigszins, maar dat ik Nicholson (die ik trouwens wel mag als acteur) niet overboord kon gooien bij het lezen van het boek, dat vond ik wel storend.

Soit, ik ga deze boekbespreking ook niet langer maken dan nodig is door verder over de film te lullen. Voor zover het verhaal u niet bekend is: Nicholson, een aan drank verslaafde (maar niet meer drinkende) voormalige (want ontslagen) leraar literatuur met een agressieprobleem wordt voor een winter conciërge van een hotel in de bergen, waardoor hij daar een aantal maanden in volstrekte isolatie met zijn vrouw en kind zal doorbrengen, want de toegangen naar het gebouw worden iedere winter volledig dichtgesneeuwd. Zijn zoontje heeft – vandaar de vroegere Nederlandse titel – ‘het tweede gezicht’, net zoals de kok die ze bij de wisseling van de wacht ontmoeten (al heeft die het in mindere mate), en terwijl dat in het begin alleen maar zijn imaginaire vriendje Tony toont, tovert het al snel allerlei voor anderen (op dat moment nog) onzichtbare dingen in het hotel tevoorschijn. Geen gevolg van te veel verbeelding kennelijk, maar wel van het soort dingen die in hotels nu eenmaal gebeuren, in dit geval nogal veel moorden, en er hun ‘sporen’ achterlaten. Gevolg op korte termijn: het zoontje probeert die dingen voor zich te houden, want zijn vader (en moeder) geloven daar niet in. Gevolg op iets langere termijn: het zoontje probeert die dingen voor zich te houden, maar zijn vader (en moeder) beginnen ze ook te zien en te horen. Gevolg op nog langere termijn: de dingen raken geïnteresseerd in het zoontje, maar kunnen dat alleen maar raken langs de weakest link, zijn vader, die uiteraard een hele strijd moet leveren tegen de goesting naar alcohol (die er in het hotel niet is), tegen wat hij voor waandenkbeelden houdt, en tegen de wil van zijn vrouw en zoontje om uit het hotel te vertrekken (want hij heeft geen nagel om aan zijn gat te krabben). Gevolg op de bijna langste termijn: vader probeert zoon en moeder te vermoorden. Gevolg op de allerlangste termijn: dat vertel ik u lekker niet.

Ik vertel u daarentegen wel dat King met De Shining niet alleen een spannend verhaal heeft geschreven – eentje waarvan ik, zoals vroeger ook wel eens het geval was, af en toe niet goed kon slapen -, maar ook een technisch knap exemplaar. Gedachtengangen die schuin gedrukt staan, bijvoorbeeld; herinneringen die tussen haakjes gezet zijn; een gedragswijze (het langs zijn lippen wrijven) die steeds nadrukkelijker naar voor komt; hoofdletters om woorden die in het hoofd van Danny (de zoon) onbegrijpelijk maar zeer belangrijk zijn te benadrukken; scènes die na elkaar vanuit twee standpunten worden weergegeven; een spanning die zeer geleidelijk wordt opgebouwd, vervolgens geheel verdwijnt, en dan met volle kracht terugkomt; een deus ex machina die uiteindelijk niks meer kan uitrichten; een einde waarvan je denkt dat het misschien toch nog niet het einde is… Dit is niet het werk van een broodschrijver, terwijl net dat is wat King volgens mij later is geworden. Werk uit Kings beste tijden dus.

Björn Roose

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ook iets te vertellen ? Ga je gang !