Als student aan de Vlaamse Ekonomische Hogeschool, kortweg
Vlekho, in Schaarbeek had ik intussen meer dan dertig jaar
geleden één keer het genoegen Jean-Pierre Van Rossem live te
horen (en zien) spreken. Ik kan me niet meer herinneren wélke
studentenvereniging hem uitgenodigd had, noch waarover hij het zou
hebben (en uiteindelijk gehad heeft), maar al van bij de inleiding
(door de praeses, als ik me niet vergis) werd het hilarisch.
Ten eerste besloot Van Rossem dat hij in de aula wel degelijk mocht
roken (en ongetwijfeld niet zou spreken als het hem verboden werd),
ten tweede stuurde hij zijn inleider met een ‘groot’ bankbiljet
om een paar pakjes ‘groene Michel’ (ik kán me vergissen in het
merk, maar ik denk het niet), daarmee die jongen meteen op zijn
plaats zettend. Loudmouth Van Rossem was waarvoor iedereen
gekomen was, loudmouth Van Rossem was ook wat we van meet af
aan kregen.
Van meer dan dat en zijn partij ROSSEM en het feit dat hij af en
toe met een of andere stunt of gevangenisstraf in het nieuws kwam,
heb ik hem eigenlijk nooit gekend en meer van zijn boeken dan
voorliggend Staat in staat van ontbinding ben ik nooit
tegengekomen. Een beetje bizar misschien, dat laatste, maar wellicht
had ik ze ook gewoon niet gekocht als ik ze wél tegengekomen was.
Niet omdat ik een clownerie op zijn tijd niet kan hebben, in
tegendeel, maar om geld te verliezen aan Moneytron had ik er
geen genoeg, een libertijn ben ik nimmer geweest, en voor fictie heb
ik na mijn middelbaar onderwijs gedurende een aantal decennia geen
enkele belangstelling gehad (iets wat sinds enige jaren weer helemaal
veranderd is), dus Van Rossems boeken vielen in de meeste gevallen
sowieso al buiten mijn belangstellingssfeer. Dat ik Staat in staat
van ontbinding uiteindelijk wél gekocht heb, ligt dan ook
voornamelijk aan het feit dat het slechts de spreekwoordelijke appel
en een ei kostte, ik op de voorflap zag staan dat het iets te maken
had met de Bende van Nijvel (een bende die in mijn jeugdjaren,
samen met de C.C.C., voor enige ‘ambiance’ zorgde in het
belgische kippenhok), en ik dacht: ‘Ach ja, misschien moet ik toch
eens iets van Van Rossem lezen’.
Toen dat er kort geleden van kwam – dat lezen, bedoel ik – was ik nog
niet eens teleurgesteld ook. Ja, dit eerste fictieboek (want dat de
auteur feiten met fictie mengt, wil nog niet zeggen dat het geen
fictie is) van Van Rossem, ten dele geschreven toen hij in de
gevangenis zat en uitgegeven bij Houtekiet in 1990, heeft een
aantal niet te miskennen défauts - een nogal overdreven
fixatie op het geslachtsorgaan van de hoofdpersoon, en een
achtergrond die, na zoveel jaren, voor de een oud terrein is en voor
de ander totaal niet (meer) belangrijk, om er maar een paar van te
noemen -, défauts waardoor ik niet geneigd ben het boek in
mijn collectie te houden, maar als postmodernistisch werk is het
desalniettemin zeer geslaagd. Misschien (wellicht zelfs) was niks van
wat Van Rossem in het boek doet volkomen origineel, maar je
personages introduceren als toneelspelers, die plaatsen in een
literaire traditie, ze afkraken als pakweg ‘oervervelend’,
daarbij min of meer zeggen hoe ze zullen eindigen, ook écht een
toneel in je boek steken, er zelf in opduiken en beginnen te
discussiëren mét je personages (daarbij niet nalatend te verwijzen
naar Pirandello’s Sei personaggi in cerca d’autore
– “hei Luigi, de mijne
hebben de hunne al gevonden, nu jij!”), personages die er
genoeg van hebben mee te spelen (“Wacht tot mijn advocaat het
hoort. Een schoon proces zal het zijn. En ze zullen u in de bak
steken. – Geeft niet, ik zit er toch al in.”), personages die
zélf het boek al gelezen hebben (“Ja, we hebben gelezen hoe. Als
hij in het gekkenhuis een hond wordt die durft bijten in het been van
graaf Overfatsoenlijk. - (Kregelig omdat ze alles heeft verprutst)
Waar heb je dat gelezen? – (Fier) In de inleiding tot uw
boek natuurlijk”), gefingeerde krantenartikels en ‘stukken’ van
een of andere Kamercommissie toevoegen, echte journalisten en
politici laten opduiken om dingen te doen die ze niet gedaan hebben,
afsluiten met dagboekfragmenten geschreven als écriture
automatique, in de introductie lullen over de Technische
realisatie, eigenlijk je boek bespreken vooraleer de lezer er een
letter van gelezen heeft … het zijn toch allemaal zaken die het
Vlaamse schrijversgild nooit veelvuldig heeft gedaan en die Van
Rossem goéd heeft gedaan. En laat mij daar aan toevoegen: zelfs de
eerder genoemde fixatie op het geslachtsorgaan van de hoofdpersoon,
en seks in het algemeen eigenlijk, is niet geheel doelloos. Het is
teveel, bij momenten véél te veel, maar het speelt wel een
belangrijke rol in dit verhaal.
En hier ga ik het zo ongeveer bij houden. Ik heb niet zo heel veel
aangeduid in dit toch een kleine driehonderd bladzijden dikke boek,
maar onthoud wel dat er hier en daar ook echte (dus niet platvloerse)
humor in te vinden was, en nu en dan zelfs een pareltje van
schoonheid. Dit bijvoorbeeld: “Freddy en Marcel, ze praten nog
nauwelijks, en als ze het doen is het iedere keer opnieuw over ‘van
voor de oorlog’, toen ze nog jong en mooi waren, al even grote
sukkels. Maar dat beseffen ze niet, al het onaangename hebben ze
uitgegomd, en met een velletje, een vliesje geluk van eergisteren,
proberen ze zich moeizaam overeind te houden. Als ze over hun vrouwen
praten, doen ze het met krekels in hun stem, krakend als oude radio’s
met niets dan draaiknoppen en een groen lichtje.”
Ik ga het ook niet hebben over de taalfouten (genre “jou minnares”
of “McQuintosh” als het ‘Mackintosh’s’
moet wezen) waarvan ze er bij Hautekiet te veel lieten staan,
terwijl ik toch vrij zeker ben dat Van Rossem er niet zo heel veel maakte.
Hoe dan ook, je kán dit boek lezen als een met fictie aangevuld verhaal
over de belgische années de plomb – al zal iemand die daar
geen kennis van heeft er geen idee van hebben waar de fictie eindigt
en de realiteit begint (iets wat, toegegeven, ook in de ter zake
gevoerde onderzoeken zelden duidelijk was) -, maar zelfs al doe je
dat niet: de voluit postmodernistische aanpak maakt van Staat in
staat van ontbinding wel iets bijzonders.
Björn Roose
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ook iets te vertellen ? Ga je gang !