vrijdag 16 mei 2025

Madame Bovary – Gustave Flaubert (boekbespreking door Björn Roose)

Madame Bovary – Gustave Flaubert (boekbespreking door Björn Roose)

Madame Bovary is een van die titels die ook bekend zijn bij mensen die weinig boeken lezen, en Gustave Flaubert is ongetwijfeld een van die (dode) Franse auteurs waarvan de naam bij de meeste mensen wel een belletje doen rinkelen. En toch heeft het geduurd tot een aantal maanden na mijn bezoek aan Rouen vooraleer ik dit al een tijdje in mijn kast zittende boek ter hand nam. Waarom Rouen? Omdat de auteur daar geboren werd, omdat de verwijzingen naar hem en zijn werk in de stad toch wel frequent zijn, en omdat omgekeerd de verwijzingen in zijn werk naar de stad al even vaak voorkomen. Als de jonge Charles Bovary, aan wie de Madame van de titel later haar naam zal ontlenen, gaat studeren, dan is dat in die stad. Als haar vrijers de benen nemen, dan is dat naar die stad. Als Madame zelf vertier gaat zoeken, dan is dat binnen die stad. En als je als lezer dan, pakweg, de Rue Eau-de-Robec ziet noemen, dan voel je je meteen een stukje nauwer betrokken bij het verhaal.

Wat toch wel meegenomen is, want – en dat kan aan mij liggen – hoe emotioneel Madame Bovary ook wordt, d.w.z. het personage, je zit het toch allemaal een beetje van een afstand te bekijken en het is me niet duidelijk geworden of dat ook in de bedoeling lag van Flaubert, van wie dit werk uit 1857 niet alleen zijn debuut vormde maar ook omschreven werd als zijn beste. Het is immers bekend dat hij zich als voorbereiding erop niet alleen, zoals vertaler Hans van Pinxteren ook aangeeft in zijn nawoord, verdiepte in het leven van Delphine Delamarre, de vrouw van een plattelandsdokter die “zich van het leven [beroofde] nadat zij haar echtgenoot niet alleen bedrogen, maar ook geruïneerd had”, maar bijvoorbeeld ook in “studies over pathologische gevallen, manische depressies”, en aanvankelijk gruwde “van het idee een roman te maken over het burgerlijk leven, ‘het verontrustend banale’”, maar mét het boek ook stelling wou nemen tegen de romantiek. “Aan de basis van de tragedie van zijn hoofdpersoon”, schrijft Van Pinxteren, “staat de dweperige romantische literatuur waardoor zij [Madame Bovary dus, noot van mij] gevormd is. Dromend van de schitterende maar onbereikbare verten die deze lectuur haar voorspiegelt, wendt zij zich uiteindelijk af van iedere ‘banale’ werkelijkheid in haar eigen omgeving.” Een stellingname die wellicht ook te vinden is in de stijl die Flaubert heeft gehanteerd, niet alleen in de inhoud van het verhaal, een inhoud die in het kort samen te vatten is als: jongedame die eerder al religieuze bevliegingen heeft gehad, denkt uit haar saaie leventje op de boerderij weg te geraken door te trouwen, maar haar man blijkt geen telkens weer verrassende ridder op een wit paard te zijn, en zij gaat al snel op zoek naar andere ridders – want ze blijft wel dezelfde fout maken – die haar wél naar sprookjesland zullen brengen. Die andere ridders bakken er uiteindelijk ook niks van, maar zij geeft wel bakken geld aan hen (en zichzelf) uit. Geld dat ze niet heeft dus, uitgegeven aan helden die ze uiteindelijk niet heeft. Geld dat uiteindelijk moet afgedokt worden door haar hondstrouwe Charles Bovary, een echte everyday hero die uiteindelijk blijft zitten met niks meer dan de gebakken peren, want Madame pleegt zelfmoord omdat de put die ze gegraven heeft wel zeer diep is, maar niet diep genoeg om zich te verbergen voor haar medeburgers.

Een leven met hoogten en laagten dus, met tussendoor nog wat meer hoogten en laagten. Laagten wanneer Madame teleurgesteld geraakt in haar man, in haar vrijers, in het leven; hoogten wanneer ze een nieuwe vrijer vindt, wanneer ze een nieuwe religieuze bevlieging krijgt, wanneer ze met geleend geld ‘geluk’ kan kopen of op z’n minst een tijdje een put kan vullen zodat haar weg naar de (amoureuze) top weer een tijdje vrij van obstakels lijkt. Één lange manisch-depressieve toestand dus, waaraan voor wat toch een roman is een perfect einde komt door haar zelfmoord. Een zelfmoord die zich over meer dan tien bladzijden uitstrekt (‘boem, pats, dood’ zat er, gezien de tradities in de Franse literatuur, niet in), waarna reeds genoemde gebakken peren over nog eens twintig bladzijden worden uitgesmeerd. Verre van nodig, iedere lezer weet ook zonder die twintig bladzijden in wat voor miserie Madame haar Charles heeft gestort, dit komt alleen maar over als verlatingsangst, t.t.z. de angst van een auteur om zijn verhaal af te maken, terwijl het scherp tegen dan (en we zijn na de zelfmoord driehonderd bladzijden ver in het boek) ook van de stilistische snee is.

De uitgebreide beschrijvingen van in het begin (onder andere die van het huwelijksfeest, vanaf de aankomst van de gasten tot hun vertrek) en vooral de humor die dáár nog aanwezig was, zijn na driehonderd bladzijden wel helemaal verdwenen. “Het Lexicon der Medische Wetenschappen, nog niet opengesneden, maar met banden die danig hadden geleden van alle veilingen die ze hadden meegemaakt, vulde vrijwel geheel de zes planken van een vurenhouten boekenkast”, is het soort zinnetjes dat er in de eerste hoofdstukken nog de luchtigheid inhoudt, maar naarmate het verhaal vordert steeds minder vaak voorkomt. Pareltjes als “omlijst door een keurig onderhouden oerwoud” of “In haar hart was Emma voldaan dat zij het uitzonderlijk ideaal van een kwijnend bestaan in één keer had weten te bereiken, iets wat niet is weggelegd voor middelmatige zielen”, zijn dan al een tijdje naar de achtergrond verdreven. Terwijl dat soort dingetjes wel de reden zijn waarom je verder blijft lezen in dit verhaal waarvan je ook zónder dat je op de achterflap gespiekt hebt, wéét dat het regelrecht richting afgrond dondert, iets wat nog net niet gebeurde met mijn uit 2003 daterende uitgave in de De Verboden Boeken-serie van De Morgen, al begon die wegens slecht gelijmd wél uit mekaar te vallen. Overigens, Madame Bovary werd nooit verboden. Er werd – en de reden daarvoor zal u zowel als mij, kinderen van onze tijd, allicht helemaal ontgaan – een proces aangespannen tegen Flaubert “wegens aantasting van de goede zeden”, maar hij werd vrijgesproken.

Björn Roose

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ook iets te vertellen ? Ga je gang !