dinsdag 31 augustus 2021

Een oceaan van sterren – Isaac Asimov (boekbespreking door Björn Roose)

Een oceaan van sterren – Isaac Asimov (boekbespreking door Björn Roose)
Ik schreef in mijn vorige bespreking van een boek van Asimov, die van De totale robot, nog dat ik inmiddels de Foundation-trilogie weer ter hand genomen had, maar daar heb ik nog even “werk” aan. ‘t Is te zeggen: ik verwacht dat het boek uitgelezen is tegen het einde van deze week, maar aangezien ik weer wat vaart in mijn boekbesprekingen aan het steken ben, schrijf ik intussen al de bespreking van een boek dat ik vorige week van dezelfde auteur gelezen heb: Een oceaan van sterren.

Als u niet meer helemaal mee bent, wees daar dan maar niet ongerust over: niet (meer) helemaal mee zijn, is namelijk zowat het Leitmotiv voor een groot aantal karakters in deze science-fiction roman. Ook voor hoofdpersonage Biron Farril, maar da’s niet echt onlogisch. Leest u immers even mee wat op de achterflap staat: “Van de ene dag op de andere verandert Biron Farril van een doodgewone student, die voor een tentamen zit op de Universiteit van de Aarde, in een angstige vluchteling, die zijn onbekende moordenaar probeert te ontwijken. Bij de aanslag is hem duidelijk gemaakt, dat vele lichtjaren terug in de inktzwarte duisternis van de Paardekopnevel ook zijn vader vermoord is. Birons vlucht en zijn wens het moordmysterie op te lossen brengen hem ver in de ruimte, waar hij verwikkeld raakt in de machtsstrijd tussen vreemde, maar soms ook bijzonder gevaarlijke despoten …”

In één woord: actie! En grotendeels niet op de Aarde, want daar heeft voorbije actie – het soort actie dat een schrijver van science fiction in 1951 (het jaar waarin dit boek in het Engels werd gepubliceerd) zich op korte termijn het best kon inbeelden – al meer dan genoeg schade aangericht: “Oorlogen met atoomwapens hadden de Aarde zwaar geteisterd. Het grootste deel ervan was hopeloos radioactief en onbruikbaar. Er was dus niets meer te verliezen, maar de architectuur was nog altijd ingesteld op de oude vrees (…)”. Wat niet wil zeggen dat de Aarde (“‘Waar is dat?’ ‘Dat is een kleine planeet in de sector van Sirius, hoogheid.’”) volkomen uit beeld verdwijnt een keer de actie zich in de ruimte gaat afspelen overigens, maar het fijne daarvan verklap ik u lekker niet.

Net zomin als het geheim achter de naam van het volk van één van de “bijzonder gevaarlijke despoten”: de Tyranniërs. Daar valt immers niks aan te verklappen, die naam is geheel duidelijk. Veel duidelijker dan de motieven van Sander Jonti, de man die Biron Farril “helpt” na de mislukte aanslag. Waarom stuur hij Biron naar de met de Tyranniërs collaborerende gouverneur Hinrik van de planeet Rhodia? Hoezo stuurt hij hem mee met een schip waarop hij nog voor hij op die planeet komt gearresteerd wordt? Is het echt onverwacht dat hij in handen valt van de Tyranniër Simon Aratap?

En wat dan met het vervolg van het verhaal? Aratap die hem laat gaan; Gillbret die meteen sympathie voor hem opvat (en, sterker nog, Artemisia op wie hij zo snel verliefd wordt als hij haar ziet); Hinrik die hem zonder blikken of blozen overlevert aan de Tyranniërs; toch kunnen ontsnappen en op zoek gaan naar de rebellenwereld, de planeet die niet bang is voor de Tyranniërs, die die Tyranniërs zelfs zal vernietigen een keer de rebellen er klaar voor zijn, maar dan wel even een tussenstop moeten maken bij degene die volgens Gillbret weet waar die planeet zich bevindt, de autark van Lingane. En dan in die autark van Lingane meteen een oude kennis herkennen (u leest het boek zelf maar om uit te vinden over welke oude kennis het gaat), die voor geen haar vertrouwen en daar uiteindelijk ook nog gelijk in krijgen, maar … te laat. Of toch niet? Is er effectief een uitweg Uit de kaken van de nederlaag, zoals hoofdstuk 18 heet?

Dat zoekt u zelf maar uit. Meer ga ik echt niet prijsgeven. Het lijkt trouwens al alsof ik dat gedaan heb, maar de plot van dit verhaal swingt echt, hij draait en keert en de clue krijg je pas helemaal op het einde geserveerd. Zoals het hoort in een moordverhaal, in een thriller, ook als die galactische dimensies aanneemt. Pas helemaal op het einde verneem je dus ook wat dat geheime wapen is waarnaar een aantal van de personnages in het begin van het boek op zoek is. Pas helemaal op het einde kan je dan ook enigszins cynisch je schouders ophalen over dat geheime wapen. Intussen weten wij, in het hier en nu, immers dat dat geheime wapen gedoemd is te falen, zelfs tegen de Tyranniërs van onze eigen tijd. Maar misschien was Asimov in het begin van de jaren 1950 nog enigszins naïef, dacht hij dat er een echte dageraad zou kiemen aan het einde van de Koude Oorlog.

Laat die enigszins cryptische opmerking u er echter zeker niet van weerhouden dit boek te lezen: het is de moeite meer dan waard.

Björn Roose

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ook iets te vertellen ? Ga je gang !