maandag 24 november 2025

Lanceloot – Anita Vander Mast (boekbespreking door Björn Roose)

Lanceloot – Anita Vander Mast (boekbespreking door Björn Roose)
Niet dat u daar veel van merkt – mijn publicatieritme ligt door de band genomen nog steeds lager dan mijn schrijfritme -, maar ik heb weer eens van een korte verlofperiode genoten om een aantal (hoe passend) kortere boeken te lezen. Onder die kortere, of toch minstens dunnere, boeken zijn er, dat zal u ook in de komende weken weer merken, toch nog steeds een hoop van uitgeverij annex boekengilde De Clauwaert (intussen al lang opgegaan in Davidsfonds), wat (voor mij toch) nog maar eens bewijst dat de gift die ik vele jaren geleden van kameraad Willy ontving toch wel zéér veel van die boekjes omvatte. En dat Willy die misschien niet voor niks wegdeed, want hoogstaande literatuur kan je wat verscheen in de zogenaamde Novellenbibliotheek doorgaans toch niet noemen.

Maar goed, ik heb u nog niks verteld over dit boek of de auteur ervan en zit de zaak alweer af te kraken. Wat de auteur betreft: Anita Vander Mast, “Geboren in Nieuwmoer-Kalmthout, op 27 maart 1952. Volgde na hoger secundair onderwijs, Stedelijke Technische Leergangen voor Bibliotheekwezen te Antwerpen. Twaalftal jaren werkzaam in de privésektor, thans bibliothecaresse. Woont in Oudenaarde.” Toevallig net als het hoofdpersonage in dit boekje, zou ik zeggen, dat, al heet dat dan Kara, ook bibliothecaresse is en wel in Oudenaarde.

Beweren dat de innerlijke bevrijding uit de ondertitel of de legende van de innerlijke bevrijding er daarmee ook eentje van Anita Vander Mast is geweest, zou misschien wat overdreven zijn, maar, zoals de tekst op de achterflap ons verder leert, Lanceloot was wel haar “debuutnovelle”. Mogelijk meteen ook haar laatste, want ik kan over Anita Vander Mast verder niks vinden, al lijkt er ooit een poging ondernomen om een lemma over haar te creëren op Wikipedia. Meteen voldoende bevrijd misschien, vroegtijdig overleden, geen inspiratie meer, of een serieus gat in het internet, wie zal het zeggen?

Ik niet, in ieder geval, maar u krijgt van mij wel de korte samenvatting van die bevrijding, een samenvatting die eveneens op de achterflap van dit in 1983 gepubliceerde zesenzestig bladzijden dikke boekje te vinden is: “Kara, een jonge vrouw, krijgt een interessante job aangeboden. Ze verlaat haar geboortestreek en verhuist naar een stadje, ver van haar familie en vrienden. Hier wil ze een nieuw leven opbouwen, los van alles wat vroeger gebeurd is. Maar het verleden laat niet los. Ze blijft zich vastklampen aan de uitzichtloze relatie die ze vroeger heeft opgebouwd. Totaal ontworteld, eenzaam in een vreemde stad, ontmoet ze Lanceloot. Deze geheimzinnige man, die steeds weer opduikt en verdwijnt, probeert haar te bevrijden van de vroegere banden, terwijl zij zelf ook tracht het verleden van zich af te gooien. Tussen droom en werkelijkheid zoeken zij beiden naar de innerlijke bevrijding waar ze zo intens naar verlangen.”

Hippies, denk ik dan als ik dat zo lees, hippies zouden het kunnen zijn, maar aan dit verhaal komen geen geitenwollen sokken, ongewassen haren, gebatikte hemden of cannabis te pas. Nee, alleen maar een toestand van – laat het ons dan maar zo noemen – ontvankelijkheid (ga gerust te rade in Hubert Lampo’s De zwanen van Stonehenge voor meer achtergrondinformatie), onbekend terrein, een portie mist, en wat vage religiositeit. Volgens de achterflapschrijvelaar werd Lanceloot daarmee “gekomponeerd vanuit de tematiek van het steeds fascinerend magisch-realisme” en is het “een afgerond meesterwerkje, waarvan de lektuur de lezer een intens genoegen zal bezorgen”, maar volgens “de lezer”, of toch volgens mij, bleef het boekje gewoon steken in de compositie. Lampo schrijft ergens (meerdere keren) in De zwanen van Stonehenge dat het magisch-realisme vanuit de schrijver zélf moet komen (of toch zoiets) en dat je het voelt als dat niet zo is. Ik zou dat durven uitbreiden naar elk genre en zeggen dat alle ingrediënten voor een Sachertorte bij mekaar klutsen en zelfs het ding weten op te bouwen áls een Sachertorte er nog niet noodzakelijk voor zorgen dat het een Sachertorte wordt. Ja, je smaakt de chocolade en de abrikozen, die zijn realistisch, maar de magie ontbreekt. Misschien te weinig baktijd, misschien een te dunne cake, maar aangezien zelfs de eenzaamheid van het hoofdpersonage nauwelijks uit de verf komt (zeg maar: helemaal niet), zou ik durven zeggen dat er voor het opbouwen van de magisch-realistische sfeer vooral te weinig tijd is genomen, te veel gerekend op de reeds genoemde vaste ingrediënten, genre mist, vage religiositeit, enzovoort. Al op de tweede bladzijde komen aanzeulen met een personage dat naast de ik-persoon in het gras wil gaan liggen, en die op de vierde bladzijde al spoorloos laten verdwijnen, is meer dan een beetje te snel. Op de achtste bladzijde datzelfde personage, genaamde Lanceloot, in de plaats van een ander laten opduiken in Antwerpen, en weer twee bladzijden later met die man arriveren in een leeg Oudenaarde, is er volkomen over. “Het was een komplete verrassing voor me aangesproken te worden in een stad waar ik nog niemand kende. Verbaasd en geschrokken opende ik mijn ogen en zag het silhouet van een man, groot en vaag afgetekend tegen de intussen dikker geworden mist”; “Verstomd keek ik naar de ijle leegte boven het gras en het water alsof ik nog verwachtte hem te zien wegzweven in deze gemengde sfeer van droom en werkelijkheid”; “Verbijsterd keek ik toe hoe iemand naar me toekwam. Een man met lange blonde haren en het mooie droeve gezicht, Lanceloot”; “De stad leek volkomen uitgestorven. Ofschoon het nog niet zo laat was, bleken overal de lichten gedoofd en waren de straten akelig leeg, zonder ook maar één enkel spoor van menselijke aanwezigheid”… Dat is een samenvatting van een magisch-realistisch verhaal, géén magisch-realistisch “meesterwerkje”.

En daar veranderen ook de duidelijke referentie naar de mythische rozentuin, de graallegende, enzovoort, niks aan, net zomin als die naar – je kan jezelf maar op een hoger niveau proberen te plaatsen, natuurlijk – Lampo: “Om de tijd gedurende de treinreis wat te doden, had ik één van mijn lievelingsromans, ‘De belofte aan Rachel’ van Hubert Lampo, meegenomen. Een boek waarin ik me altijd opnieuw kon verdiepen. Bij de eerste lezing ervan al had het een sterke indruk op mij gelaten, wat waarschijnlijk te wijten was aan de reis naar Egypte die ik toen net achter de rug had en waarin ik heel de oudheid van het zonnerijk als het ware innerlijk doorleefd had. Nadien las ik het boek nog vaak om woord voor woord te proeven wat er geschreven stond, me onderwerpend aan de sfeer die het werk in me opriep. Er zijn weinig literaire werken die me in zo’n sterke mate bekoren, maar dit boek was er één van. Ik opende het bij de passage waar Benjamin ontdekt dat zijn geliefde Tjenuna vermoord is. Voor mij was dit het meest gevoelsgeladen deel waarvan ook nu de tragiek van de dood me omsloot en me als het ware onbereikbaar maakte voor anderen, en me de tijd deed vergeten”. Wetende dat het verband tussen De belofte aan Rachel en Lanceloot ontzettend dun is en er verder of vroeger in dit verhaal nergens naar dit verband verwezen wordt, lijkt me die passage dan ook, behalve een poging op de schouders van – wat heet – een reus te gaan staan, vooral een invitatie aan Lampo om ook eens wat over Vander Mast te schrijven. Iets wat hij – correct me if I’m wrong – wellicht nooit gedaan heeft, zoals hij – met dezelfde uitnodiging aan u als lezer – het wellicht ook nooit gehad heeft over De aanwezigheid van Filip De Pillecyn. Slechts de helft zo lang als voorliggend Lanceloot en wél een uitermate geslaagd magisch-realistisch verhaal.

Björn Roose

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ook iets te vertellen ? Ga je gang !