vrijdag 14 november 2025

Onvoltooide simfonie – Lambert Swerts (boekbespreking door Björn Roose)

Onvoltooide simfonie – Lambert Swerts (boekbespreking door Björn Roose)
Voor wie zou denken dat ik intussen zó ver afgetakeld ben dat ik niet meer weet hoe je “een drie- of vierdelige compositie die door een aantal instrumenten tegelijk wordt gespeeld” schrijft, mag dat idee weer opbergen. Ik schrijf ‘simfonie’ omdat auteur Lambert Swerts het zo schreef, niet omdat ik te stom ben om ‘symfonie’ te schrijven.

Wat overigens niet wil zeggen dat ik van oordeel ben dat Lambert Swerts wél te stom was om ‘symfonie’ te schrijven, maar dit Onvoltooide exemplaar is geschreven in 1974 en zelfs hoofdredacteurs – wat hij was van Schuim en Eigen aard – bezondigden zich in die tijd aan wat toen ‘progressieve spelling’ heette. Ook als die hoofdredacteurs kabinetssecretaris van Gerard Romsée geweest waren, medewerker van Volk en Staat, en zes jaar in de gevangenis zaten wegens een enigszins te wensen over latende liefde voor de belze staat. Zelfs zo’n mensen hebben nu eenmaal wel eens slechtere ideeën.

Maar goed, als je in je leven, onder verschillende pseudoniemen, behalve massa’s werk voor allerlei periodieke publicaties ook nog tien luisterspelen en zo’n vijfentachtig boeken hebt geschreven, kan zo’n misstap je vergeven worden. Vijfentachtig boeken waarvan ik alleen dit ene in mijn boekenkast had staan. Dit ene dat dan wel drie (geen vier) verhalen omvat: Maria Magdalena Muser, Mary Weckingly, en Midori Kasaki. Drie verhalen en drie vrouwen dus. Drie vrouwen die stuk voor stuk smoorverliefd zijn op hun man of – in de twee eerste gevallen – degene waarvan ze hopen dat het hun man zal worden. Drie vrouwen ook die door hun liefde de dood vinden. In de laatste twee gevallen net zoals hun beminde.

Té veel vertellen over de inhoud van een verhaal van net iets meer dan veertig bladzijden, een van zo’n vijfendertig bladzijden, en een van vijfentwintig bladzijden, zou uiteraard geen goed idee zijn, maar ik geef u wel mee wat de auteur aan het begin van deze kleine, in eigen beheer uitgegeven, bundel zelf schrijft: “De romantische verhalen onder deze titel samengebracht, berusten àlle op historische feiten. Het eerste op zo’n feit uit het privéleven van de mens; het tweede op een autentiek gebeuren van beperkt publieke omvang; het derde op een wereldgeschiedkundige katastrofe.”

Dat “feit uit het privéleven van de mens” is dan weer datgene wat Swerts aan het begin van Maria Magdalena Muser beschrijft: “Honderdnegentig jaar na de dood van de heldin bezocht de auteur haar graf. Het bevindt zich nabij het ingangshek van het kerkhof te Zell am Harmersbach, in het noordelijk Zwarte Woud. Hij trof het aan als het voornaamste graf van de kleine begraafplaats en dusdanig opgesmukt met rozen, bloemen en planten, dat het leek of de uitvaart pas gisteren had plaatsgehad. Nog steeds vereert Zell zijn Maria Magdalena bijna huiveringwekkend en nochtans is Duitsland geen achterlijk land, hoe… romantisch de Duitse ziel op menig gebied ook nog steeds moge zijn. Zij was zeventien jaar, elf maanden en achttien dagen oud en slechts twee maanden en één dag gehuwd.” Dat graf is er – zo kwam ik te weten na een weinig zoekwerk op het internet – inderdaad, daar in Zell am Harmersbach, en het wordt ook vandaag nog bebloemd, maar of Swerts er daadwerkelijk geweest is, weet ik niet en het hoeft ook niet zo te zijn: Heinrich Hansjakob, Duits priester en schrijver geboren in 1837 en gestorven in 1916, had het er immers al over in zijn Erzählung aus dem Schwarzwald, Der Vogt auf Mühlstein. Een boek waarvan ik niet ga beweren dat Swerts het gelezen had toen hij dit verhaal schreef, maar dat hij dat niet uitdrukkelijk bevestigt, wil uiteraard ook niet zeggen dat dat niét het geval was.

En hij had dat hoe dan ook wél gedaan wat het “autentiek gebeuren van beperkt publieke omvang” betrof, het vergaan van de Titanic met aan boord daarvan de, voor zover ik weet, fictieve Mary Weckingly, en de échte, maar in dit geval gefictionaliseerde, Wallace Hartley, being de orkestleider die ervoor zou gezorgd hebben dat zijn orkest zelfs door bleef spelen terwijl de schuit z’n finale duik nam. Waarom dat zo was, had volgens Swerts niemand geprobeerd te achterhalen en dit verhaal moest die leemte vullen. Wat volgens mij niet gelukt is. Mary zit het hele verhaal lang achter Wallace aan, stapelzot verliefd als ze is, maar zelfs op het einde van dat verhaal, als “de speler en het meisje”, DiCaprio-en-Winsletgewijs, “hoog op de achterplecht als twee donkere gestalten in een wereld vol angst tussen water en wolken [stonden]”, had ik niet de indruk dat Wallace ook verliefd op haar geworden was.

Van wederzijdsheid lijkt daar dus nooit sprake, in tegenstelling voor wat het geval is tussen Midori Kosaki (wiens naam klaarblijkelijk verkeerd gespeld is in de titel) en haar man Paul (wat toch wel een rare voornaam is voor een Japanner). Hun liefde gaat zijn laatste bedrijf tegemoet tegen de achtergrond van een Japan dat zijn laatste oorlogsbedrijf tegemoet gaat, een laatste oorlogsbedrijf dat op 6 augustus met de atoombom op Hiroshima, de “wereldgeschiedkundige katastrofe” waarvan sprake, zijn aanvang nam. Een atoombom die Midori herleidt tot niets dan as, as die door haar immer wetenschappelijk bezige man alsnog nuttig aangewend wordt: “Als de liefde sterft, verbleekt de nacht. Zij is niet als de graankorrel waaruit in duisternis honderdvoudig leven kiemt; zij ontsteekt over het heelal een nieuwe gloed die alles nieuw maakt. Jij bent gloed, Midori. Ik ben duisternis maar uit mijn duisternis stijg jij op naar de klaarte van het sterrenlicht.” Beetje vergezocht, eerlijk gezegd, maar ook weer niet verder dan het gegeven dat Paul en zijn baas dagen voor het zover is al zitten te speculeren dat de Amerikanen een atoombom gaan gooien, iets wat de Amerikanen beslist niet op voorhand hadden aangekondigd (massamoord is al schandalig genoeg, de meeste oorlogsmisdadigers vinden het niet nodig vooraf te laten weten dat ze er een gaan plegen).

Soit, mijns inziens heeft Swerts een poging gedaan om de stationsromannetjes waarmee hij gedurende enige tijd na zijn vrijlating zijn brood verdiende naar een iets hoger niveau te tillen, maar is hij daar niet echt in geslaagd.

Björn Roose

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ook iets te vertellen ? Ga je gang !