dinsdag 12 december 2023

Tien kleine negertjes – Agatha Christie (boekbespreking door Björn Roose)

Tien kleine negertjes – Agatha Christie (boekbespreking door Björn Roose)
Eerlijk is eerlijk, véél ‘detectives’ – of ‘mysteries’, als u het liever nóg Engelser hoort - zal u niet in mijn boekenkasten vinden. Een paar bij het genre aanleunende dingen van Isaac Asimov, Father Brown van G.K. Chesterton, Speurders in actie van John Flanders, … en dan zijn we zo ongeveer rond. Maar dus ook één boekje – en dat pas sinds kort – van Agatha Mary Clarissa Miller, ofte la grande dame van het genre, Agatha Christie. Voor de liefhebbers van dat genre hoef ik ongetwijfeld Christie niet voor te stellen, maar zelfs de niét-liefhebbers zijn behalve met een aantal van haar personages, bijvoorbeeld Hercule Poirot en Miss Marple, hoogstwaarschijnlijk ook bekend met voorliggend boekje (honderdzesentachtig bladzijden in de uitgave van Het Laatste Nieuws) And Then There Were None. Al is het maar omdat de Nederlandstalige titel alleen al in onze politiek-correcte tijden (tegenwoordig politiek-correct woke geheten) nog regelmatig voor enige consternatie zorgt: Tien kleine negertjes.

Censureren, die hap, dus, luidt dan de ‘oplossing’, maar dat zou wel héél lullig zijn aangezien dit boek op geen enkele manier ‘racistisch’ is. In tegendeel, er wordt op een zeker moment zelfs duidelijk tégen racisme stelling genomen, maar aan dat soort ‘details’ storen schreeuwlelijkerds zich natuurlijk niet. Net zomin als ze zich storen aan het gegeven dat je een boek minstens zou moeten lezen vooraleer je er je bek over open trekt. Wat goed uitkomt, natuurlijk, want wie het boek gelezen heeft, weet dat de hele plot – en daarmee verklap ik niks dat u niet sowieso al snel te weten komt – gebaseerd is op het uit 1868 daterende Amerikaanse kinderliedje Ten Little Injuns, dat een jaar later al zijn nieuwe titel Ten Little Niggers meekreeg. En de plot van een detectiveverhaal is toch wel vrij essentieel.

Maar, maar… die títel kan toch veranderd worden? Als u een boek per se op de titel wil beoordelen, dan is dat uiteraard een optie. Weet dan echter dat u het warm water uit probeert te vinden: het boek dat in 1939 voor het eerst werd uitgegeven had namelijk als titel óók Ten Little Niggers. Pas toen het op de Amerikaanse markt werd uitgebracht, een jaar later, was dat And then there were none geworden. Naar de allerlaatste woorden van het liedje. Op de Nederlandstalige markt volgde Luitingh-Sijthoff (dat in 1948, toen nog als Sijthoff tout court, al de eerste uitgave uitbracht) in 2004 met een aanpassing naar En toen waren er nog maar…, maar die aanpassing sloeg helaas nergens meer op. De Nederlandstalige versie van het Amerikaanse kinderliedje eindigt immers noch op “En toen waren er nog maar…”, noch op een juiste vertaling van “And then there were none”, maar op een – ‘t is echt van alle tijden – politiek-correcte variant: “Dat ene kleine negertje / Dat had je moeten zien / Dat trouwde met een negerin / Toen waren er zo weer tien.” Wat toch iets heel anders is, iets veel minder sarcastisch in ieder geval, dan: “One little niger boy living all alone, / He got married and then there were none.

Enfin, in de Tien kleine negertjes van Agatha Christie gaan de personages – geen van allen negers, overigens - dood aan andere oorzaken dan de oorspronkelijke indiaantjes en hun zwarte opvolgers, en “het oude kinderrijmpje, dat zij zich uit haar jeugd herinnerde”, zij being een van die personages, is dus lichtelijk gemanipuleerd, maar dood gaan ze:

“Tien kleine negertjes gingen uit eten langs verre wegen,
Eén stikte in zijn drankje – toen waren er nog negen.
Negen kleine negertjes praatten tot diep in de nacht,
Eén kon niet wakker worden – toen waren er nog acht.
Acht kleine negertjes kwamen op een eiland aangedreven,
Eén zei dat hij niet verder wou – toen waren er nog zeven.
Zeven kleine negertjes kapten hout met een kapmes,
Eén sloeg zichzelf in tweeën – toen waren er nog zes.
Zes kleine negertjes hielden een honingbedrijf,
Eén werd gestoken door een bij – toen waren er nog vijf.
Vijf kleine negertjes kregen met het recht gemier,
Eén kwam terdege in de knoei – toen waren er nog vier.
Vier kleine negertjes gingen naar zee en zie,
Een rode haring verzwolg er één – toen waren er nog drie.
Drie kleine negertjes gingen naar Artis mee,
Een grote beer drukte er één fijn – toen waren er nog twee.
Twee kleine negertjes gingen naar ‘t zonnebad heen,
Eén schroeide de zon een gat in zijn bast – toen was er nog maar één.
Eén klein negertje bleef helemaal alleen,
Hij hing tenslotte zich maar op – dus bleef er toen niet één.”

Geen huwelijk op het einde dus (al wordt er ook naar dié versie verwezen), geen tien nieuwe negertjes ook, iedereen gaat dood. Iedereen? Iedereen! Maar hoe kan dat dan? Er moet toch een moordenaar zijn? Ja, ik ga dat aan uw neus hangen, zeker?

Als u wil weten wie het gedaan heeft en waarom – want er zit toch wel enige diepgang in het verhaal, al is het niet die mate van diepgang die u bijvoorbeeld in Chestertons Father Brown zal vinden -, dan leest u dat boek zelf maar. Ik geef u alleen nog mee dat het niet verrassend, maar toch wel mooi opgebouwd is (boeken worden doorgaans geen klassiekers als ze dat niét zijn). Alle hoofdrolspelers worden een na een het toneel op gestuurd, met mekaar in verband gebracht, en uiteindelijk ook weer – horizontaal – afgevoerd. Er is plaats gemaakt voor wat typisch detectivewerk – al is paniek voor het steeds geringer wordende aantal negertjes geen goede raadgever -, maar ook voor enige psychologie. En de cavalerie komt, naar goede traditie, te laat, maar een postuum stukje flessenpost bevestigt met stevige argumenten wat de aandachtige lezer eigenlijk al een hele tijd vermoedde, maar niet kon uitwerken omdat er een paar puzzelstukjes buiten beeld werden gehouden.

Als een literaire prestatie kan de ondergang van rechter Wargrave, Vera Claythorne, Philip Lombard, mejuffrouw Emily Brent, generaal Macarthur, dokter Armstrong, Tony Marston, de heer Blore, en meneer en mevrouw Rogers niet echt beschouwd worden, net zomin als de naam N.I. Manth (in het Engels kennelijk U.N. Owen, wat toch al wat minder voor de hand ligt) briljant is, maar een paar uur leesplezier heb je aan Tien kleine negertjes toch wel. Als u het boekje voor een appel en een ei (of, zoals ik, voor niks) op de kop kan tikken, moet u het dus zeker niet laten.

Björn Roose

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ook iets te vertellen ? Ga je gang !