Wie Ephraim Kishon gaat opzoeken op het internet zal van de Nederlandstalige Wikipedia in ieder geval niet zo heel veel leren: “Ephraim Kishon (Boedapest, Hongarije, 23 augustus 1924 – Appenzell, Zwitserland, 29 januari 2005) was een Israëlische satiricus van Hongaarse afkomst. Daarnaast is hij ook werkzaam geweest als journalist, schrijver van verhalen en toneelstukken en filmregisseur. De meeste van zijn werken - boeken, artikelen en films - hadden een satirische of anderzijds humoristische inslag. Boeken door Kishon werden in 36 talen uitgegeven, waaronder vele ook in het Nederlands. Kishon schreef zelf in het Hebreeuws, Duits en Hongaars.”
En dat is het dan. Zelfs geen bibliografie. Zelfs geen lijstje van zijn in het Nederlands vertaalde werken. Nada.
Op de Engelstalige Wikipedia is in ieder geval wat meer te vinden, onder andere hoe dat “Israëlische satiricus van Hongaarse afkomst” kan verklaard worden: Kishon werd geboren als Ferenc (Hongaars voor Frans) Hoffmann; tijdens de Tweede Wereldoorlog passeerde hij verschillende concentratiekampen, maar wist uiteindelijk te ontsnappen tijdens het transport naar Sobibor; na de oorlog keerde hij terug naar Budapest, waar hij ontdekte dat zijn ouders en zus eveneens de oorlog overleefd hadden. In 1949 ontsnapte hij voor de tweede keer: dit keer aan het communistische regime dat de macht had overgenomen in Hongarije, en wel richting Israël.
Interesssante info – zeker in verband met voorliggend boek –, maar eigenaardig genoeg wordt in de toch wel uitgebreide lijst van boeken op de Engelstalige Wikipedia óók al geen melding gemaakt van het in 1997 verschenen Mein Kamm.
Dat is wél het geval op de Duitstalige Wikipedia, waar het boek zelfs een eigen “lemma” waard is. Misschien is dit boek dus alleen maar verschenen in het Duits. Dat is in ieder geval ook de taal waarin ik het gelezen heb, na medename ervan uit een vakantiehuisje in Duitsland (de eigenaresse vond het niet erg, want had het al gelezen). En het dient gezegd: weer eens een boek in het Duits lezen was een uitdaging (hoewel geen hele grote), maar een uitdaging die de moeite waard was. Deze persiflage op de opkomst en ondergang van de NSDAP en Adolf Hitler, en vooral de rol van de jodenhaat en -vervolging daarin, is ronduit schitterend. Vervang NSDAP door NHPKF (Nationale Haarschützerpartei und Kreiszacklerfront), Adolf Hitler door Rudolph Flinta, en joden door kaalkoppen, en voeg daar een (naar omstandigheden milde) satirische stijl aan toe en je weet dat het met de hoofdstukken Die geburt einer siegreichen Schnapsidee, Das Volk erwacht, en Glanz und Untergang eines Alptraums nauwelijks mis kan gaan. En Kishon spaart nochtans de roede niet: ja, de oude adel krijgt een pak slaag, en de industriëlen ook, maar de kaalkoppen/joden al evenzeer. Net zoals overigens hypocriete kaalkoppen die zich voordoen als “harigen”, mensen die zich laten meeslepen door de omstandigheden, lui die niet durven nee zeggen als hun “vrienden” hen de verkeerde richting uit duwen (een situatie waarin zich ook het hoofdpersonage Rudolph Flinta bevindt), de internationale politiek die afwacht wat het wordt, en de massa die zich laat meeslepen door de luidste roeptoeters.
Op het gevaar af minder in het Duits onderlegden weg te jagen een paar citaten:
“Das war recht verwegen, da mir die Witwe Schick, als ich bei ihr meine Zelte aufschlug, kategorisch erklärt hatte, in meinem Untermieterzimmer duldete sie dreierlei auf keinen Fall: Alkohol, Zigarettenqualm und Personen weiblichen Geschlechts. Sie war ein wenig gekränkt, als ich sie daraufhin des Raumes verwies, um wenigstens einer der drei Forderungen nachzukommen.”
“Ein einziges Mal hatte ich mich für zwei Tage in Untersuchungshaft befunden. Das war aber bereits acht Jahre her und ein klassischer Fall von Justizirrtum, denn ich hatte das Fahrrad längst zurückgebracht.”
“Ich trat durch die Drehtür des Café ‘Hopp’ ins Freie und machte mich fröhlich pfeifend auf den Weg, denn Pepi hatte mir brüderlich einen Teil seiner Gehaltserhöhung versprochen. Diese noble Geste ehrte ihm, wenn ich seinem Angebot auch durch einen symbolischen Würgegriff ein wenig auf die Sprünge helfen muβte.”
“Natürlich kamen auch mir immer wieder Gerüchte von öffentlichen Skandalen und Bestechungsaffären zu Ohren. Ich kümmerte mich jedoch herzlich wenig darum, weil ich es für nur natürlich hielt, daβ Politiker Kasse machten. Warum sonst hätten sie diesen Beruf ergriffen? Zwar gab es auch in dieser Branche ein paar Träumer, welche die Verbreitung altruistischer Gedanken für Politik hielten, anstatt sich um ihre eigene zerrüttete Finanzlage zu kümmern, doch man machte zumeist nicht viel Federlesens um diese Sonderlinge, und so erledigte sich das Problem ganz von selbst.”
“Der junge Philosph entwickelte in sorgfältigen wissenschaftlichen Experimenten eine nahezu patentreife Haarwassersubstanz. Die geheime Formel dieser Revolution im einschlägigen Markt lautete: 98 Teile Wasser, 1 Teil Menthol und 1 Teil von noch irgend etwas.”
“Er schaute mir jetzt direkt in die Augen. Ich blickte zu Boden, um ihn nicht in Verlegenheit zu bringen.”
“(…) gleich mit dem ersten Schuβ traf ich einen Steinadler hoch in den Lüften. Daβ es ein Storch gewesen war, stellte sich erst später heraus. Schlieβlich bin ich kein Zoologe.”
“Er versprach in seiner Regierungserklärung, er werde die alte politische Linie genauso fortführen, nur in umgekehrter Richtung.”
En ten slotte: “Die feindlichen Streitkräfte hatten jetzt in einigen Landstrichen unsere Grenzen bereits überschritten und nahmen im Durchschnitte ein bis zwei Provinzen pro Woche ein. Ein Grund mehr, alle nationalen Kräfte zu sammeln, um die vollkommene Haarhygiene der Heimatfront zu sichern.”
Maar tussen dat alles in ook echt ernstige zaken – je merkt het wel als de humor even komt te vervallen –, gemeende liefde, en een o zo duidelijk zicht op hoe je, bijvoorbeeld, in onze tijden op een paar maanden van “Bang voor coronavirus? Pas eerder op voor de griep” (Marc Van Ranst op 23 januari 2020) naar “(…) uitzonderlijke tijden vergen uitzonderlijke maatregelen. Een uitzonderingsbeleid voor vaccinweigeraars zou zo’n maatregel kunnen zijn (…) Uiteraard zou dat tijdelijk zijn (…) Maar tot het zover is, moeten we met corronavaccinweigeraars geen compassie hebben.” (Bert Lauwers, redacteur bij Trends, op 17 november 2020) kan gaan.
Een goeie satire tekent het onderwerp ervan duidelijker af dan het uit de – vaak onder allerlei feiten en feitjes bedolven – realiteit tevoorschijn komt. En Ephraim Kishon heeft met dit Mein Kamm een zeer goeie satire afgeleverd. Als u het boek ooit ergens tegen komt, desnoods in een vakantiehuisje in Duitsland, probeer er dan de hand op te leggen.
Op de Engelstalige Wikipedia is in ieder geval wat meer te vinden, onder andere hoe dat “Israëlische satiricus van Hongaarse afkomst” kan verklaard worden: Kishon werd geboren als Ferenc (Hongaars voor Frans) Hoffmann; tijdens de Tweede Wereldoorlog passeerde hij verschillende concentratiekampen, maar wist uiteindelijk te ontsnappen tijdens het transport naar Sobibor; na de oorlog keerde hij terug naar Budapest, waar hij ontdekte dat zijn ouders en zus eveneens de oorlog overleefd hadden. In 1949 ontsnapte hij voor de tweede keer: dit keer aan het communistische regime dat de macht had overgenomen in Hongarije, en wel richting Israël.
Interesssante info – zeker in verband met voorliggend boek –, maar eigenaardig genoeg wordt in de toch wel uitgebreide lijst van boeken op de Engelstalige Wikipedia óók al geen melding gemaakt van het in 1997 verschenen Mein Kamm.
Dat is wél het geval op de Duitstalige Wikipedia, waar het boek zelfs een eigen “lemma” waard is. Misschien is dit boek dus alleen maar verschenen in het Duits. Dat is in ieder geval ook de taal waarin ik het gelezen heb, na medename ervan uit een vakantiehuisje in Duitsland (de eigenaresse vond het niet erg, want had het al gelezen). En het dient gezegd: weer eens een boek in het Duits lezen was een uitdaging (hoewel geen hele grote), maar een uitdaging die de moeite waard was. Deze persiflage op de opkomst en ondergang van de NSDAP en Adolf Hitler, en vooral de rol van de jodenhaat en -vervolging daarin, is ronduit schitterend. Vervang NSDAP door NHPKF (Nationale Haarschützerpartei und Kreiszacklerfront), Adolf Hitler door Rudolph Flinta, en joden door kaalkoppen, en voeg daar een (naar omstandigheden milde) satirische stijl aan toe en je weet dat het met de hoofdstukken Die geburt einer siegreichen Schnapsidee, Das Volk erwacht, en Glanz und Untergang eines Alptraums nauwelijks mis kan gaan. En Kishon spaart nochtans de roede niet: ja, de oude adel krijgt een pak slaag, en de industriëlen ook, maar de kaalkoppen/joden al evenzeer. Net zoals overigens hypocriete kaalkoppen die zich voordoen als “harigen”, mensen die zich laten meeslepen door de omstandigheden, lui die niet durven nee zeggen als hun “vrienden” hen de verkeerde richting uit duwen (een situatie waarin zich ook het hoofdpersonage Rudolph Flinta bevindt), de internationale politiek die afwacht wat het wordt, en de massa die zich laat meeslepen door de luidste roeptoeters.
Op het gevaar af minder in het Duits onderlegden weg te jagen een paar citaten:
“Das war recht verwegen, da mir die Witwe Schick, als ich bei ihr meine Zelte aufschlug, kategorisch erklärt hatte, in meinem Untermieterzimmer duldete sie dreierlei auf keinen Fall: Alkohol, Zigarettenqualm und Personen weiblichen Geschlechts. Sie war ein wenig gekränkt, als ich sie daraufhin des Raumes verwies, um wenigstens einer der drei Forderungen nachzukommen.”
“Ein einziges Mal hatte ich mich für zwei Tage in Untersuchungshaft befunden. Das war aber bereits acht Jahre her und ein klassischer Fall von Justizirrtum, denn ich hatte das Fahrrad längst zurückgebracht.”
“Ich trat durch die Drehtür des Café ‘Hopp’ ins Freie und machte mich fröhlich pfeifend auf den Weg, denn Pepi hatte mir brüderlich einen Teil seiner Gehaltserhöhung versprochen. Diese noble Geste ehrte ihm, wenn ich seinem Angebot auch durch einen symbolischen Würgegriff ein wenig auf die Sprünge helfen muβte.”
“Natürlich kamen auch mir immer wieder Gerüchte von öffentlichen Skandalen und Bestechungsaffären zu Ohren. Ich kümmerte mich jedoch herzlich wenig darum, weil ich es für nur natürlich hielt, daβ Politiker Kasse machten. Warum sonst hätten sie diesen Beruf ergriffen? Zwar gab es auch in dieser Branche ein paar Träumer, welche die Verbreitung altruistischer Gedanken für Politik hielten, anstatt sich um ihre eigene zerrüttete Finanzlage zu kümmern, doch man machte zumeist nicht viel Federlesens um diese Sonderlinge, und so erledigte sich das Problem ganz von selbst.”
“Der junge Philosph entwickelte in sorgfältigen wissenschaftlichen Experimenten eine nahezu patentreife Haarwassersubstanz. Die geheime Formel dieser Revolution im einschlägigen Markt lautete: 98 Teile Wasser, 1 Teil Menthol und 1 Teil von noch irgend etwas.”
“Er schaute mir jetzt direkt in die Augen. Ich blickte zu Boden, um ihn nicht in Verlegenheit zu bringen.”
“(…) gleich mit dem ersten Schuβ traf ich einen Steinadler hoch in den Lüften. Daβ es ein Storch gewesen war, stellte sich erst später heraus. Schlieβlich bin ich kein Zoologe.”
“Er versprach in seiner Regierungserklärung, er werde die alte politische Linie genauso fortführen, nur in umgekehrter Richtung.”
En ten slotte: “Die feindlichen Streitkräfte hatten jetzt in einigen Landstrichen unsere Grenzen bereits überschritten und nahmen im Durchschnitte ein bis zwei Provinzen pro Woche ein. Ein Grund mehr, alle nationalen Kräfte zu sammeln, um die vollkommene Haarhygiene der Heimatfront zu sichern.”
Maar tussen dat alles in ook echt ernstige zaken – je merkt het wel als de humor even komt te vervallen –, gemeende liefde, en een o zo duidelijk zicht op hoe je, bijvoorbeeld, in onze tijden op een paar maanden van “Bang voor coronavirus? Pas eerder op voor de griep” (Marc Van Ranst op 23 januari 2020) naar “(…) uitzonderlijke tijden vergen uitzonderlijke maatregelen. Een uitzonderingsbeleid voor vaccinweigeraars zou zo’n maatregel kunnen zijn (…) Uiteraard zou dat tijdelijk zijn (…) Maar tot het zover is, moeten we met corronavaccinweigeraars geen compassie hebben.” (Bert Lauwers, redacteur bij Trends, op 17 november 2020) kan gaan.
Een goeie satire tekent het onderwerp ervan duidelijker af dan het uit de – vaak onder allerlei feiten en feitjes bedolven – realiteit tevoorschijn komt. En Ephraim Kishon heeft met dit Mein Kamm een zeer goeie satire afgeleverd. Als u het boek ooit ergens tegen komt, desnoods in een vakantiehuisje in Duitsland, probeer er dan de hand op te leggen.
Björn Roose
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ook iets te vertellen ? Ga je gang !