Sommige boeken verdienen het in samenhang gelezen te worden. Dat wordt natuurlijk makkelijker als je ze onder handbereik hebt. Gezien mijn jarenlange gewoonte kringwinkels, uitverkopen en rommelmarkten af te dweilen op zoek naar leesvoer is dat in mijn persoonlijk bibliotheekje wel vaker het geval, vandaar dat ik kort na het lezen van de biografie van Karl Haushofer, Karl Haushofer en het nationaal-socialisme – Tijd, werk en invloed van Perry Pierik (bespreking hier) ook aan voorliggend werk, Mijn vader Rudolf Hess – 1894-1987 van Wolfgang Rüdiger Hess begon.
En waarom verdienen die twee boeken het in samenhang gelezen te worden? Wel, omdat Rudolf Hess een zeer belangrijke rol speelde in het leven van Karl Haushofer en zijn gezin en omgekeerd. Zoals ik daarover schreef in de boekbespreking van Karl Haushofer en het nationaal-socialisme – Tijd, werk en invloed: “De naam van Haushofer zal namelijk zelden genoemd worden zonder ook die van Rudolf Hess te noemen. Rudolf Hess, de gevangene en gehangene van Spandau, de plaatsvervanger van Adolf Hitler, de man met een vredesmissie, is ondanks alle literatuur die over hem gepleegd is nog steeds een van de enigma’s van de twintigste eeuw (daar kom ik bij een latere boekbespreking nog op terug). En hij was jaren een leerling en vriend van Karl Haushofer en diens zoon Albrecht. Hij had hun naamkaartje op zak toen hij naar Schotland vloog. De Haushofers wisten (de zoon in verschillende hoedanigheden) naar alle waarschijnlijkheid van zijn plannen. Al die zaken komen aan bod in Karl Haushofer en het nationaal-socialisme – Tijd, werk en invloed, wat toch veel meer is dan wat Wikipedia ter zake vermeldt. Dat spreekt namelijk alleen van Hess die Haushofers ideeën zou geïntroduceerd hebben bij Hitler en van Hess die Haushofers ‘joodse familie’ (Haushofers vrouw was joods) beschermde tegen diezelfde Hitler, maar vertikt het het ook maar met een woord te hebben over de invloed die de Haushofers (zowel Karl als Albrecht) gehad hebben op zijn ‘vlucht’.”
Een lezer die de details niet overslaat, heeft in dat citaat het woordje “gehangene” gezien. Da’s niet hetzelfde als “verhangene”. De officiële theorie over de dood van Rudolf Hess in de gevangenis van Spandau is namelijk dat hij er na bijna 46 jaren ononderbroken gevangenschap (hij was van zijn vrijheid beroofd in de nacht van 10 mei 1941 en stierf op 17 augustus 1987) plotseling geen zin meer in had en zich op zijn 93 jaar had opgehangen aan een elektriciteitskabel in een tuinhuisje binnen de gevangenis. Niet erg waarschijnlijk en dat niet alleen vanwege de fysieke conditie van de man, maar ook omdat hij al die jaren geestelijk standvastig geweest was en daar voor zover bekend (hij werd voortdurend gemonitord) geen verandering in gekomen was. Van de andere mogelijkheid, zijnde dat hij werd opgehangen in opdracht van de Britten die op dat moment het ballet van Spandau leidden (de gevangenis viel om de beurt onder de hoede van de Sovjets, de Britten, de Amerikanen en de Fransen), maken de overheden zich gewoonlijk af door te stellen dat de Britten daar geen reden toe hadden, maar die had Hess zelf dus óók niet. Toch niet méér dan in al die jaren die voorafgingen. Uit de tweede autopsie, uitgevoerd door de Duitse arts Wolfgang Spann, bleek trouwens dat de striemen op Hess’ nek een eigenaardige vorm hadden, een vorm die zou kunnen aantonen dat er een derde in het spel was geweest, al kon dat natuurlijk niet bewezen worden.
Dat de Britten in 2007 een document tevoorschijn toverden waardoor “aangetoond” werd dat ze de vrijlating van Hess op humanitaire gronden “gesteund” hadden, bewijst overigens ook niets. Maar goed, ik ben geen arts en ik heb het rapport in kwestie niet gezien, en het boek eindigt, ondanks het feit dat de titel anders suggereert, ook niet met de dood van Rudolf Hess, maar in maart 1970 met de wederoverbrenging vanuit de “Hess-suite” van het nabijgelegen Brits militair hospitaal (Heerstrasse, Berlijn) naar de gevangenis, waar Hess intussen al jaren de enige “gast” was (en het dus nog 17 jaar zou blijven). Zijn dood valt dus niet binnen het bestek van dit boek. De rest van zijn leven doet dat echter wél en minstens vanaf zijn “vlucht” naar Schotland is dat leven een en al raadsel. Hitler maakte er zich met een jantje-van-leiden van af door te verklaren dat zijn plaatsvervanger plotseling gek was geworden, een verklaring die Churchill handig uitkwam, maar die niet belette dat Hess voor het tribunaal moest komen in Neurenberg en daar de zwaarste straf kreeg: levenslang (een aantal anderen kreeg de doodstraf, maar de dood is in mijn ogen te verkiezen boven de rest van je leven in gevangenschap).
Hij is ook de enige tot levenslang veroordeelde geweest die effectief levenslang heeft gezeten: Neurath werd vrijgelaten op 6 november 1954, Raeder op 26 september 1955, Funk op 16 mei 1957, Schirach en Speer op 1 oktober 1966. Wat had Hess dan gedaan dat die anderen niet gedaan hadden, vraagt een redelijk mens zich af? Hij had per slot van rekening vanaf 10 mei 1941 geen enkele inbreng meer gehad in de oorlogs- en andere inspanningen van de nationaal-socialisten en er is nooit een andere uitleg geweest dan deze voor zijn “vlucht” naar Schotland: een ultieme vredesmissie.
Moesten de overwinnaars – die, zoals bekend, altijd gelijk hebben – iets verbergen voor de wereld? Bijvoorbeeld dat de “vlucht” naar Schotland niet louter een persoonlijk initiatief van Hess was (een idee dat, gezien de verknochtheid van Hess aan enerzijds de Haushofers en anderzijds Hitler sowieso niet waarschijnlijk is), maar er kwam op aandringen van een Duitse vredespartij (Hitler zelf? Een groep conservatieven?) en met medeweten van een Engelse vredespartij (met de hertog van Hamilton als een van de spilfiguren)? Of dat de “vlucht” een door de Engelse geheime diensten opgezette val was (de tweede man van het regime Duitsland doen “ontvluchten” kon immers tellen als propagandamiddel)? Dat de vredesmissie/propagandatruc uiteindelijk doofde als een nachtkaars omdat een van de strijdende politieke facties in Groot-Brittannië het laken naar zich toe kon trekken en Hess verder van geen belang meer was?
Wolfgang R. Hess brengt, na een kort overzicht van wat aan de “vlucht” voorafging, in ieder geval een en ander te berde dat die scenario’s stoffeert. En persoonlijk ben ik geneigd vrij ver mee te gaan in die scenario’s. Daar is uiteraard ook na het ontsluiten van meer archieven in 2017 geen bewijs van boven gekomen, maar dat er op de achtergrond van de oorlog verdere pogingen gedaan werden om tot vrede en een verdeling van de wereld te komen, is toch niet onwaarschijnlijk. Per slot van rekening werd er naderhand tussen de “democratieën” Groot-Brittannië en de Verenigde Staten enerzijds en de Russische communistische dictatuur, die geen haar beter was dan haar nationaal-socialistische evenknie in Duitsland, óók een deal gesloten over de verdeling van de wereld. Dat deze pogingen gekaapt werden door een of meerdere geheime diensten zou al evenmin raar zijn en dat er in de Britse politiek in oorlogstijd, net zoals in élk politiek landschap in welke tijd dan ook, rivaliserende facties waren, is gewoon waar. Ik houd het er op dat Hess werkelijk hoopte zijn mission imposible te kunnen volbrengen, maar daarbij verstrikt raakte in een net (meerdere netten allicht) waar hij nooit meer uit zou geraken. Hij werd, zoals dat in dit soort gevallen gaat, in de steek gelaten door alle partijen en kwam aan zijn einde toen geen van de partijen meer iets aan hem (of een doppelganger, zoals sommigen, maar niet zijn zoon, beweren) zou hebben: het moment dat de Sovjet-Unie onder Michail Gorbatsjov begonnen was aan zijn definitieve ondergang.
Geen briljant geschreven boek, dit Mijn vader Rudolf Hess – 1894-1987, maar voor wie geïnteresseerd is in het soort zaken dat tussen de plooien van de officiële geschiedenis valt en daar ook wordt gehouden, zeker de moeite van het lezen waard. Wolfgang Rüdiger Hess is intussen ook alweer 19 jaar geleden overleden (hij kreeg een hartaanval op zijn 63), maar het raadsel Rudolf Hess blijft leven.
En waarom verdienen die twee boeken het in samenhang gelezen te worden? Wel, omdat Rudolf Hess een zeer belangrijke rol speelde in het leven van Karl Haushofer en zijn gezin en omgekeerd. Zoals ik daarover schreef in de boekbespreking van Karl Haushofer en het nationaal-socialisme – Tijd, werk en invloed: “De naam van Haushofer zal namelijk zelden genoemd worden zonder ook die van Rudolf Hess te noemen. Rudolf Hess, de gevangene en gehangene van Spandau, de plaatsvervanger van Adolf Hitler, de man met een vredesmissie, is ondanks alle literatuur die over hem gepleegd is nog steeds een van de enigma’s van de twintigste eeuw (daar kom ik bij een latere boekbespreking nog op terug). En hij was jaren een leerling en vriend van Karl Haushofer en diens zoon Albrecht. Hij had hun naamkaartje op zak toen hij naar Schotland vloog. De Haushofers wisten (de zoon in verschillende hoedanigheden) naar alle waarschijnlijkheid van zijn plannen. Al die zaken komen aan bod in Karl Haushofer en het nationaal-socialisme – Tijd, werk en invloed, wat toch veel meer is dan wat Wikipedia ter zake vermeldt. Dat spreekt namelijk alleen van Hess die Haushofers ideeën zou geïntroduceerd hebben bij Hitler en van Hess die Haushofers ‘joodse familie’ (Haushofers vrouw was joods) beschermde tegen diezelfde Hitler, maar vertikt het het ook maar met een woord te hebben over de invloed die de Haushofers (zowel Karl als Albrecht) gehad hebben op zijn ‘vlucht’.”
Een lezer die de details niet overslaat, heeft in dat citaat het woordje “gehangene” gezien. Da’s niet hetzelfde als “verhangene”. De officiële theorie over de dood van Rudolf Hess in de gevangenis van Spandau is namelijk dat hij er na bijna 46 jaren ononderbroken gevangenschap (hij was van zijn vrijheid beroofd in de nacht van 10 mei 1941 en stierf op 17 augustus 1987) plotseling geen zin meer in had en zich op zijn 93 jaar had opgehangen aan een elektriciteitskabel in een tuinhuisje binnen de gevangenis. Niet erg waarschijnlijk en dat niet alleen vanwege de fysieke conditie van de man, maar ook omdat hij al die jaren geestelijk standvastig geweest was en daar voor zover bekend (hij werd voortdurend gemonitord) geen verandering in gekomen was. Van de andere mogelijkheid, zijnde dat hij werd opgehangen in opdracht van de Britten die op dat moment het ballet van Spandau leidden (de gevangenis viel om de beurt onder de hoede van de Sovjets, de Britten, de Amerikanen en de Fransen), maken de overheden zich gewoonlijk af door te stellen dat de Britten daar geen reden toe hadden, maar die had Hess zelf dus óók niet. Toch niet méér dan in al die jaren die voorafgingen. Uit de tweede autopsie, uitgevoerd door de Duitse arts Wolfgang Spann, bleek trouwens dat de striemen op Hess’ nek een eigenaardige vorm hadden, een vorm die zou kunnen aantonen dat er een derde in het spel was geweest, al kon dat natuurlijk niet bewezen worden.
Dat de Britten in 2007 een document tevoorschijn toverden waardoor “aangetoond” werd dat ze de vrijlating van Hess op humanitaire gronden “gesteund” hadden, bewijst overigens ook niets. Maar goed, ik ben geen arts en ik heb het rapport in kwestie niet gezien, en het boek eindigt, ondanks het feit dat de titel anders suggereert, ook niet met de dood van Rudolf Hess, maar in maart 1970 met de wederoverbrenging vanuit de “Hess-suite” van het nabijgelegen Brits militair hospitaal (Heerstrasse, Berlijn) naar de gevangenis, waar Hess intussen al jaren de enige “gast” was (en het dus nog 17 jaar zou blijven). Zijn dood valt dus niet binnen het bestek van dit boek. De rest van zijn leven doet dat echter wél en minstens vanaf zijn “vlucht” naar Schotland is dat leven een en al raadsel. Hitler maakte er zich met een jantje-van-leiden van af door te verklaren dat zijn plaatsvervanger plotseling gek was geworden, een verklaring die Churchill handig uitkwam, maar die niet belette dat Hess voor het tribunaal moest komen in Neurenberg en daar de zwaarste straf kreeg: levenslang (een aantal anderen kreeg de doodstraf, maar de dood is in mijn ogen te verkiezen boven de rest van je leven in gevangenschap).
Hij is ook de enige tot levenslang veroordeelde geweest die effectief levenslang heeft gezeten: Neurath werd vrijgelaten op 6 november 1954, Raeder op 26 september 1955, Funk op 16 mei 1957, Schirach en Speer op 1 oktober 1966. Wat had Hess dan gedaan dat die anderen niet gedaan hadden, vraagt een redelijk mens zich af? Hij had per slot van rekening vanaf 10 mei 1941 geen enkele inbreng meer gehad in de oorlogs- en andere inspanningen van de nationaal-socialisten en er is nooit een andere uitleg geweest dan deze voor zijn “vlucht” naar Schotland: een ultieme vredesmissie.
Moesten de overwinnaars – die, zoals bekend, altijd gelijk hebben – iets verbergen voor de wereld? Bijvoorbeeld dat de “vlucht” naar Schotland niet louter een persoonlijk initiatief van Hess was (een idee dat, gezien de verknochtheid van Hess aan enerzijds de Haushofers en anderzijds Hitler sowieso niet waarschijnlijk is), maar er kwam op aandringen van een Duitse vredespartij (Hitler zelf? Een groep conservatieven?) en met medeweten van een Engelse vredespartij (met de hertog van Hamilton als een van de spilfiguren)? Of dat de “vlucht” een door de Engelse geheime diensten opgezette val was (de tweede man van het regime Duitsland doen “ontvluchten” kon immers tellen als propagandamiddel)? Dat de vredesmissie/propagandatruc uiteindelijk doofde als een nachtkaars omdat een van de strijdende politieke facties in Groot-Brittannië het laken naar zich toe kon trekken en Hess verder van geen belang meer was?
Wolfgang R. Hess brengt, na een kort overzicht van wat aan de “vlucht” voorafging, in ieder geval een en ander te berde dat die scenario’s stoffeert. En persoonlijk ben ik geneigd vrij ver mee te gaan in die scenario’s. Daar is uiteraard ook na het ontsluiten van meer archieven in 2017 geen bewijs van boven gekomen, maar dat er op de achtergrond van de oorlog verdere pogingen gedaan werden om tot vrede en een verdeling van de wereld te komen, is toch niet onwaarschijnlijk. Per slot van rekening werd er naderhand tussen de “democratieën” Groot-Brittannië en de Verenigde Staten enerzijds en de Russische communistische dictatuur, die geen haar beter was dan haar nationaal-socialistische evenknie in Duitsland, óók een deal gesloten over de verdeling van de wereld. Dat deze pogingen gekaapt werden door een of meerdere geheime diensten zou al evenmin raar zijn en dat er in de Britse politiek in oorlogstijd, net zoals in élk politiek landschap in welke tijd dan ook, rivaliserende facties waren, is gewoon waar. Ik houd het er op dat Hess werkelijk hoopte zijn mission imposible te kunnen volbrengen, maar daarbij verstrikt raakte in een net (meerdere netten allicht) waar hij nooit meer uit zou geraken. Hij werd, zoals dat in dit soort gevallen gaat, in de steek gelaten door alle partijen en kwam aan zijn einde toen geen van de partijen meer iets aan hem (of een doppelganger, zoals sommigen, maar niet zijn zoon, beweren) zou hebben: het moment dat de Sovjet-Unie onder Michail Gorbatsjov begonnen was aan zijn definitieve ondergang.
Geen briljant geschreven boek, dit Mijn vader Rudolf Hess – 1894-1987, maar voor wie geïnteresseerd is in het soort zaken dat tussen de plooien van de officiële geschiedenis valt en daar ook wordt gehouden, zeker de moeite van het lezen waard. Wolfgang Rüdiger Hess is intussen ook alweer 19 jaar geleden overleden (hij kreeg een hartaanval op zijn 63), maar het raadsel Rudolf Hess blijft leven.
Björn Roose
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ook iets te vertellen ? Ga je gang !