De keren dat ik fictie koop op een jaar zijn zoniet op één vinger dan toch op één hand te tellen (de fictie in de kranten krijg ik gratis), maar als een zeer goede kameraad, met min of meer gelijklopende interesses, mij een roman schenkt, ga ik die uiteraard wel lezen. Zo ook dus met De schaduw van Erasmus, een historische roman, van Joris Tulkens.
Altijd een beetje uitkijken met dit genre, het leeft uiteindelijk bij de gratie van het dooreenlopen van Dichtung en Wahrheit, maar Tulkens heeft die twee in dit geval toch op een vrij lezenswaardige manier weten te verweven. Goed, de nierstenen van Erasmus zijn nu niet meteen een sterk aansprekend onderwerp, maar als je ze combineert – letterlijk en figuurlijk – met “de groeipijnen van het humanisme” waarvan op de achterflap sprake is, worden ze dat wel. En je leert in dit boek niet zo heel veel over de geleerde (tenzij je, zoals ondergetekende, niet op de hoogte bent van de verhalen over zijn geaardheid, maar die interesseren me hoegenaamd niet), maar toch altijd meer dan op plaatsen waar veel mensen hun info gaan halen, bijvoorbeeld op het internet.
Dat laatste is wat ik ook even deed in het kader van deze boekbespreking: ik moest 18 resultaten ver bladeren op Google voor ik het eerste stukje tekst over de humanist aantrof. Alles wat daarvóór kwam, ging over reisverzekeringen (had Erasmus wel kunnen gebruiken, gezien zijn bij momenten ook tijdens reizen opduikende gezondheidsproblemen), een uitwisselingsprogramma, een ziekenhuis, een atheneum en een hogeschool, een studentennetwerk, en een bushalte. Het duurde tot resultaat 99 voor ik een verwijzing naar de man (en niet naar een van de andere dingen) vond die naar Wiki leidde (de quotes dan nog) en ik vond in eerste instantie géén verwijzing naar een Wikipedia-lemma over “de grote Erasmus” (dixit Huizinga). Ik moest zowaar toen ik op het einde van de Google-resultaten kwam, klikken op de mogelijkheid om weggelaten resultaten te zien om daar verandering in te brengen. Google blijkt het Wikipedia-artikel over het “Erasmus-programma” namelijk wél belangrijk genoeg te vinden om het al op de eerste pagina van de resultaten te laten zien, maar het artikel gewijd aan de man naar wie het genoemd werd niét.
Nee, echt, van het internet kan je interessante dingen leren. Had Desiderius Erasmus wellicht ook gevonden. “Interessant” in die zin dat het hoe langer hoe meer verwordt tot een gigantische hoop modder waarin de parels nog nauwelijks te vinden zijn. Een hoop modder die tegenwoordig toch ook zo’n beetje dient als “bibliotheek” voor jongens en meisjes die nog wél iets willen leren. Arme jeugd …
Soit, misschien kan die arme jeugd al eens beginnen met deze roman van Tulkens als ze op zoek is naar info over Erasmus. Er staan wel wat citaten en tekstuele verwijzingen in naar ’s mans werk en tijd en de human interest maakt het allicht allemaal wat makkelijker te behappen. Het mag dan al dateren van 2006, maar Erasmus’ Lof der Zotheid is zo’n 500 jaar ouder en ook nog steeds het lezen waard.
Björn Roose
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ook iets te vertellen ? Ga je gang !