Jeremy Clarkson ... de
man roept nogal tegenstrijdige gevoelens op. De voormalige
presentator en mede-bedenker van Top Gear - gisteren nog
uitgeroepen tot beste presentator van dat programma ooit (hij deed
dat van 2002 tot 2015, het jaar waarin hij aan de deur gezet werd
omdat hij, al dan niet echt, een producer had geslagen) - en
tegenwoordig, samen met zijn, uit solidariteit met hem ook daar
opgestapte, co-presentators Richard Hammond en James May, presentator
van The Grand Tour, is nu eenmaal niet op zijn mondje gevallen
en dan krijg je dat soort effecten.
Het feit dat hij niet op
zijn mondje gevallen is, heeft echter ook een serie boeken van zijn
hand opgeleverd. "Hoe moeilijk kan het zijn?", "En dan
nog iets ..." en "Is het nu écht te veel gevraagd?"
zijn er daar drie van. Ze bevatten telkens bundelingen van columns
die hij schreef voor de Engelse krant Sunday Times en verschenen
eerder in het Engels als "How hard can it be?", "And
another thing ..." en "Is it really too much to ask?".
Nu zijn columns
natuurlijk, door de band genomen, een wekelijks ding. De meeste
columnisten schrijven niet iedere dag hun "stukje" en dat
is maar goed ook. Waarom ? Omdat je al verdomd geïnspireerd moet
zijn om dat ten eerste wél te doen en ten tweede de lezers
geïnteresseerd te houden. Ik ben zelf jarenlang dagelijks aan het
bloggen geweest en heb dat aan den lijve ondervonden. Zelfs het feit
dat ik in heel erg diverse zaken geïnteresseerd ben, werd me af en
toe voor de voeten gegooid. De gemiddelde lezer weet graag wat hij
aan je heeft, waarover je zal schrijven en in welke stijl je dat zal
doen. Een dagelijks "stukje" wordt dus op termijn een
gareel en helpt op zijn minst je creativiteit en soms ook je goesting
om te schrijven om zeep.
Maar als dat stukje een
deel van je broodwinning is - en dat is het voor krantencolumnisten
sowieso -, dan stop je daar niet zomaar mee. En dat merk je helaas
ook bij Jeremy Clarkson. Ja, hij kan serieus grappig uit de hoek
komen, hij kan rant 'en dat het een lieve lust is, en hij
spaart de kool noch de geit (noch zichzelf overigens). En ja, als ik
een lezer van de Sunday Times was, zou ik zijn stukjes
wellicht ook iedere week lezen. Misschien zou ik het zelfs, als die
krant voor de rest zo interessant is als, pakweg, de Vlaamse
gazetten, éérst lezen. Maar ik had mezelf ervan moeten
weerhouden om de drie boeken van hem die ik in mijn collectie zitten
heb na mekaar te lezen.
Als je dat doet, valt je
namelijk op dat hij wel regelmatig van pispaal wisselt, maar ook met
de regelmaat van de klok naar dezelfde pispalen terugkeert. Het wordt
bij momenten zelfs zo erg dat hij duidelijk een stukje recycleert en
een jaar of twee later opnieuw gebruikt. En dan is het plezier van
het lezen (net zoals het plezier van het schrijven, neem ik aan) er
natuurlijk uit.
Dus, ja, ik weet de
cursiefjes van Jeremy Clarkson te waarderen. En nee, het
stoort niet dat hij af en toe (bad pun intended) heel erg uit
de bocht gaat en wat achtergrondkennis had kunnen verzamelen over
zijn onderwerp. En ja, we zien - met uitzondering van de slachtoffers
wellicht - allemaal graag dat iemand afgeeft op politici, op
regelneverij, op ambtenaren. Maar zoals Clarkson zich misschien zou
kunnen matigen in de hoeveelheid columns (en af en toe ook in
de stijl, want je kan toch niet écht iedere column opnieuw pissed
zijn?), kan de lezer zich ook best matigen in de hoeveelheid die hij
er van consumeert. Neem dus ofwel een abonnement op de Sunday
Times (want zijn columns zitten achter een betaalmuurtje) of lees
in zijn boeken niet meer dan een paar stukjes per week.
Björn Roose
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ook iets te vertellen ? Ga je gang !