Okee, ik moet om te beginnen twee dingen toegeven: 1) ik heb in een intussen toch al redelijk ver verleden Clive Barkers "Weefwereld" ("Weaveworld") gelezen, maar er niet veel meer van onthouden dan dat het over een tapijt ging waarbinnen allerlei dingen gebeurden; 2) ik associeerde zijn naam voor de rest vooral met de film "Hellraiser" (de eerste en volgens mij enige goeie uit de serie), die door hem geregisseerd werd en gebaseerd was op zijn boek "Hellehart" ("The Hellbound Heart").
Ik had dus, voor zover ik me kan herinneren, nooit een van zijn korte verhalen gelezen en dat zijn nu net de verhalen die in "Boeken van Bloed" terug te vinden zijn. In dit boek - oorspronkelijk verschenen als meerdere boeken - zijn dertig verhalen samengebracht, goed voor zo'n 950 bladzijden tekst. Voordeel én nadeel van zo'n bundeling is dat je het boek na het lezen van een of meerdere verhalen op de salontafel (of het nachtkastje) kan laten liggen en er later weer naar kan terug grijpen zonder dat je van begin af aan moet herbeginnen of zonder dat je "uit de sfeer" raakt.
Da's dan ook wat me gebeurde met deze bundel: ik ben er in begonnen aanvang december 2018 en het heeft tot half juli 2019 geduurd tegen dat ik de turf uit had. Niet erg, niemand verplicht me sneller te lezen, alleen heb ik zelf zoiets van: "Nu moet het maar eens uit zijn. Neem dat boek en lees het, verdomme." Toen ik weer ging sporten, een goeie maand geleden, deed ik dat. Sporten bestaat bij mij uit rijden op een hometrainer en dat kan perfect gedaan worden terwijl je leest (alleen zorgen dat je je boek niet onder zweet).
Soit, terug naar Barker en in het bijzonder zijn "Boeken van Bloed". Om nu te zeggen dat dit "de meest provocerende verhalen ooit in druk verschenen" zijn, zoals de Washington Post volgens de voorpagina beweerde, lijkt mij er wat over. Voor mij zijn dat, als we "provocerend" even gelijkschakelen met "horror", nog steeds de vier eerste verhalen die Stephen King onder het pseudoniem Richard Bachman schreef: "Razernij" ("Rage"), "De marathon" ("The Long Walk"), "Werk in uitvoering" ("Roadwork") en "Vlucht naar de top" ("The running man"). Ik heb nadien geen enkel horrorverhaal meer gelezen dat me zo naar de keel greep als die vier, óók niet van King zelf trouwens.
Bovendien deed King in die boeken - ik ben al een jaar of vijfentwintig opgehouden met de man te lezen - niet wat Clive Barker héél regelmatig doet: zich bedienen van open eindes. Die techniek is zo zwaar beproefd in het horrorgenre dat hij op het systeem gaat werken. Vooral als hij gebruikt wordt bij kortverhalen, waarvan je het ene na het andere kan lezen.
Voor de rest echter grotendeels lof voor Barker. "Het Boek van Bloed", waarnaar de bundel genoemd is, is gewoon schitterend. "Tunnel des doods" ook, temeer omdat het open einde in dit verhaal wel degelijk past. "Jack en zijn demon" eveneens.
"Varkensbloedblues" zou goed kunnen zijn als het thema van het mensenetende varken niet al lang uitgemolken was en als je de clue niet van een uur ver zag aankomen. Dat laatste is trouwens wel vaker het probleem met Barkers verhalen, maar zijn sfeeropbouw weet dat goed te ondervangen. Alhoewel, af en toe de verhalen nóg korter maken, zou de kwaliteit ervan ongetwijfeld nog ten goede komen.
"Sex, dood en stralende sterren" is gewoon een zoveelste zombieverhaal (en ja, ook in de jaren tachtig, toen dit verhaal geschreven werd, waren er daar al veel van, zijnde dan wel door de band genomen interessantere dan nu) en "In de heuvels, de steden", dat enorm goed begint, gaat onder in zeeën van bloed (een gemiste kans in dit geval). "Angst" was misschien een goed verhaal in diezelfde jaren tachtig, maar eerlijk, horrorclowns zijn intussen wel al een beetje héél erg afgezaagd (maar helaas niet tot aan hun enkels). En dan "De helse wedstrijd" ... Komaan zeg, een politicus die zijn ziel aan de duivel verkoopt ? Alsof politici een ziel hebben en de duivel daarin zou geïnteresseerd zijn.
Nu goed, ik ga hier ook niet alle verhalen opnoemen die ik niet al te sterk vond. Ik ga het dus verder niet hebben over "Jacqueline Ess: haar laatste wil", "Zo vader, zo zoon", of "Nieuwe moorden in de Rue Morgue". Of over het spookverhaal (dat zich dan ook nog eens afspeelt in een van die typisch Amerikaanse motels) "De openbaring" en het niemendalletje "Prins der duisternis". En ook niet over "De madonna" (bijzonder lullig einde van een verhaal dat niet slecht begon) of "Kinderen van Babel", dat eigenlijk qua structuur krek hetzelfde is als "Tunnel des doods", maar dat heb je op dat punt in het boek dan al gehad.
"Koning Monster" was wél goed (al zijn priesters die zich alliëren met helse gedrochten natuurlijk oude koek), net zoals "Bekentenissen van een lijkwade" (een op zijn minst originele invalshoek), en "Zoon van het witte doek" (dat me om een of andere reden ook deed denken aan "Flicker" van Theodore Roszak, en niet alleen omdat "het witte doek" er een hoofdrol in speelt).
"Zondebokken" werd interessanter naarmate het verhaal vorderde, maar "Menselijke resten" bloedde, net zoals het daar op volgende "De opstand der handen" (dat anders qua basisgegeven zeer goed gevonden was), dood aan een uitermate voorspelbaar einde, terwijl "De ontmenselijking" als een te luchtige cake in mekaar stortte.
"Graffiti" dan ... Dat gaat eigenlijk over de "Candyman", die iedereen allicht beter bekend is uit de gelijknamige film. Die film werd geregisseerd door Clive Barker (hij waagde zich niet alleen aan "Hellraiser") en was eerlijk gezegd beter. Maar "Het tijdperk van verlangen" is op zich weer een verbeterde versie van het oude "Jekyll and Hyde"-verhaal.
En "Vlees en bloed" was verre van slecht, maar voor het concept van de stad "aan gene zijde" ging Barker mijns inziens een beetje té veel leentje buur spelen bij C.S. Lewis' "De grote scheiding". Nu ja, de lezers van Barker hebben niet noodzakelijk dat boek van Lewis uit 1946 gelezen. Net zomin als ze noodzakelijk "Hondenhart" van Michail Boelgakov hebben gelezen, waar Barker volgens mij het idee achter "In de schaduw van de torens" heeft gehaald.
Moet ik duidelijk maken waarover "De levende dood" gaat ? Ik denk het niet, hè ? Barker probeert nog een originele draai te geven aan dit zombieverhaal, maar het plot daarvan is net iets te dun. Net zoals het hele plot van het tropische-ziekte-door-een-vloekverhaal "Domein van de angst". Of dat van "De laatste truc" (met in de hoofdrol een tovenaar/goochelaar die een pact heeft gesloten met de hel en daarvoor de tol niet wil betalen).
"Het Boek van Bloed (een PS): Jerusalem Street" sluit deze bundel af met een terugkeer van het slachtoffer uit "Het Boek van Bloed", dat opnieuw slachtoffer wordt. Waarmee de illusie van een raamvertelling benaderd wordt, al zouden er daarvoor eigenlijk méér uitstapjes naar/met dat slachtoffer moeten geweest zijn tussen de andere kortverhalen door.
Al met al is deze bundel, ondanks mijn bij momenten niet erg lovende kritiek, ongetwijfeld het lezen waard voor mensen die eens kennis willen maken met het horrorgenre zonder er honderden bladzijden lang aan gebonden te zijn. En voor mensen die het kortverhaal als genre weten te waarderen. Want, eerlijk is eerlijk, Clive Barker is wél goed in het schrijven van kortverhalen. Hij weet de lezers van bij de eerste paragraaf mee te nemen en ook vast te houden tot de laatste paragraaf. En dat is meer dan van vele andere schrijvers kan gezegd worden.
Ik had dus, voor zover ik me kan herinneren, nooit een van zijn korte verhalen gelezen en dat zijn nu net de verhalen die in "Boeken van Bloed" terug te vinden zijn. In dit boek - oorspronkelijk verschenen als meerdere boeken - zijn dertig verhalen samengebracht, goed voor zo'n 950 bladzijden tekst. Voordeel én nadeel van zo'n bundeling is dat je het boek na het lezen van een of meerdere verhalen op de salontafel (of het nachtkastje) kan laten liggen en er later weer naar kan terug grijpen zonder dat je van begin af aan moet herbeginnen of zonder dat je "uit de sfeer" raakt.
Da's dan ook wat me gebeurde met deze bundel: ik ben er in begonnen aanvang december 2018 en het heeft tot half juli 2019 geduurd tegen dat ik de turf uit had. Niet erg, niemand verplicht me sneller te lezen, alleen heb ik zelf zoiets van: "Nu moet het maar eens uit zijn. Neem dat boek en lees het, verdomme." Toen ik weer ging sporten, een goeie maand geleden, deed ik dat. Sporten bestaat bij mij uit rijden op een hometrainer en dat kan perfect gedaan worden terwijl je leest (alleen zorgen dat je je boek niet onder zweet).
Soit, terug naar Barker en in het bijzonder zijn "Boeken van Bloed". Om nu te zeggen dat dit "de meest provocerende verhalen ooit in druk verschenen" zijn, zoals de Washington Post volgens de voorpagina beweerde, lijkt mij er wat over. Voor mij zijn dat, als we "provocerend" even gelijkschakelen met "horror", nog steeds de vier eerste verhalen die Stephen King onder het pseudoniem Richard Bachman schreef: "Razernij" ("Rage"), "De marathon" ("The Long Walk"), "Werk in uitvoering" ("Roadwork") en "Vlucht naar de top" ("The running man"). Ik heb nadien geen enkel horrorverhaal meer gelezen dat me zo naar de keel greep als die vier, óók niet van King zelf trouwens.
Bovendien deed King in die boeken - ik ben al een jaar of vijfentwintig opgehouden met de man te lezen - niet wat Clive Barker héél regelmatig doet: zich bedienen van open eindes. Die techniek is zo zwaar beproefd in het horrorgenre dat hij op het systeem gaat werken. Vooral als hij gebruikt wordt bij kortverhalen, waarvan je het ene na het andere kan lezen.
Voor de rest echter grotendeels lof voor Barker. "Het Boek van Bloed", waarnaar de bundel genoemd is, is gewoon schitterend. "Tunnel des doods" ook, temeer omdat het open einde in dit verhaal wel degelijk past. "Jack en zijn demon" eveneens.
"Varkensbloedblues" zou goed kunnen zijn als het thema van het mensenetende varken niet al lang uitgemolken was en als je de clue niet van een uur ver zag aankomen. Dat laatste is trouwens wel vaker het probleem met Barkers verhalen, maar zijn sfeeropbouw weet dat goed te ondervangen. Alhoewel, af en toe de verhalen nóg korter maken, zou de kwaliteit ervan ongetwijfeld nog ten goede komen.
"Sex, dood en stralende sterren" is gewoon een zoveelste zombieverhaal (en ja, ook in de jaren tachtig, toen dit verhaal geschreven werd, waren er daar al veel van, zijnde dan wel door de band genomen interessantere dan nu) en "In de heuvels, de steden", dat enorm goed begint, gaat onder in zeeën van bloed (een gemiste kans in dit geval). "Angst" was misschien een goed verhaal in diezelfde jaren tachtig, maar eerlijk, horrorclowns zijn intussen wel al een beetje héél erg afgezaagd (maar helaas niet tot aan hun enkels). En dan "De helse wedstrijd" ... Komaan zeg, een politicus die zijn ziel aan de duivel verkoopt ? Alsof politici een ziel hebben en de duivel daarin zou geïnteresseerd zijn.
Nu goed, ik ga hier ook niet alle verhalen opnoemen die ik niet al te sterk vond. Ik ga het dus verder niet hebben over "Jacqueline Ess: haar laatste wil", "Zo vader, zo zoon", of "Nieuwe moorden in de Rue Morgue". Of over het spookverhaal (dat zich dan ook nog eens afspeelt in een van die typisch Amerikaanse motels) "De openbaring" en het niemendalletje "Prins der duisternis". En ook niet over "De madonna" (bijzonder lullig einde van een verhaal dat niet slecht begon) of "Kinderen van Babel", dat eigenlijk qua structuur krek hetzelfde is als "Tunnel des doods", maar dat heb je op dat punt in het boek dan al gehad.
"Koning Monster" was wél goed (al zijn priesters die zich alliëren met helse gedrochten natuurlijk oude koek), net zoals "Bekentenissen van een lijkwade" (een op zijn minst originele invalshoek), en "Zoon van het witte doek" (dat me om een of andere reden ook deed denken aan "Flicker" van Theodore Roszak, en niet alleen omdat "het witte doek" er een hoofdrol in speelt).
"Zondebokken" werd interessanter naarmate het verhaal vorderde, maar "Menselijke resten" bloedde, net zoals het daar op volgende "De opstand der handen" (dat anders qua basisgegeven zeer goed gevonden was), dood aan een uitermate voorspelbaar einde, terwijl "De ontmenselijking" als een te luchtige cake in mekaar stortte.
"Graffiti" dan ... Dat gaat eigenlijk over de "Candyman", die iedereen allicht beter bekend is uit de gelijknamige film. Die film werd geregisseerd door Clive Barker (hij waagde zich niet alleen aan "Hellraiser") en was eerlijk gezegd beter. Maar "Het tijdperk van verlangen" is op zich weer een verbeterde versie van het oude "Jekyll and Hyde"-verhaal.
En "Vlees en bloed" was verre van slecht, maar voor het concept van de stad "aan gene zijde" ging Barker mijns inziens een beetje té veel leentje buur spelen bij C.S. Lewis' "De grote scheiding". Nu ja, de lezers van Barker hebben niet noodzakelijk dat boek van Lewis uit 1946 gelezen. Net zomin als ze noodzakelijk "Hondenhart" van Michail Boelgakov hebben gelezen, waar Barker volgens mij het idee achter "In de schaduw van de torens" heeft gehaald.
Moet ik duidelijk maken waarover "De levende dood" gaat ? Ik denk het niet, hè ? Barker probeert nog een originele draai te geven aan dit zombieverhaal, maar het plot daarvan is net iets te dun. Net zoals het hele plot van het tropische-ziekte-door-een-vloekverhaal "Domein van de angst". Of dat van "De laatste truc" (met in de hoofdrol een tovenaar/goochelaar die een pact heeft gesloten met de hel en daarvoor de tol niet wil betalen).
"Het Boek van Bloed (een PS): Jerusalem Street" sluit deze bundel af met een terugkeer van het slachtoffer uit "Het Boek van Bloed", dat opnieuw slachtoffer wordt. Waarmee de illusie van een raamvertelling benaderd wordt, al zouden er daarvoor eigenlijk méér uitstapjes naar/met dat slachtoffer moeten geweest zijn tussen de andere kortverhalen door.
Al met al is deze bundel, ondanks mijn bij momenten niet erg lovende kritiek, ongetwijfeld het lezen waard voor mensen die eens kennis willen maken met het horrorgenre zonder er honderden bladzijden lang aan gebonden te zijn. En voor mensen die het kortverhaal als genre weten te waarderen. Want, eerlijk is eerlijk, Clive Barker is wél goed in het schrijven van kortverhalen. Hij weet de lezers van bij de eerste paragraaf mee te nemen en ook vast te houden tot de laatste paragraaf. En dat is meer dan van vele andere schrijvers kan gezegd worden.
Björn Roose
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ook iets te vertellen ? Ga je gang !