Tweede boekbespreking op
korte tijd waarin ik meerdere boeken combineer. In dit geval echter
zéker niet abnormaal gezien ze, ten eerste, over hetzelfde onderwerp
gaan en ik ze, ten tweede, beide op hetzelfde moment kréég van ...
dat onderwerp, Luc Pauwels. Het eerste, Vraaggesprekken met Luc
Pauwels - Heel-Nederlander, Europeaan, Heiden is dan ook nog eens
door hem getekend, wat dit cadeautje toch wel persoonlijk maakt.
Een woordje van uitleg
over dat krijgen en tekenen, misschien. Wel, ik maak sinds een
paar jaar - meer bepaald sinds het overlijden van het groen-rechtse
geweten van Vlaanderen, Guy de Maertelaere - deel uit van de redactie
van TeKoS. Ik gaf Guy in die hoedanigheid een podium in een ander
blad waarvoor ik destijds schreef, deed al
eindredactiewerk voor TeKoS, en werd vervolgens aangesproken om Guy
op te volgen met een nieuwe "groene" rubriek. Nog steeds
niet zeker hoe dat zo gekomen is, maar de vraag was niet aan
dovemansoren gericht, dus sindsdien schrijf ik in iedere editie van
Teksten, Kommentaren en Studies, al jaren afgekort tot TeKoS (bekt
lekkerder en geeft ook wat meer ruimte op de omslag van het blad) een
editie van Sprokkels uit de Moestuin. Soit, een hoop uitleg waaraan u
- als u onbekend bent met TeKoS - niks heeft in dit verband, maar dan
komt het: TeKoS is het geesteskind van Luc Pauwels, die er ook de
stichter en eerste hoofdredacteur van was. En Luc heeft sinds korte
tijd, na een vrijwillige "ballingschap" in Frankrijk, de
redactie van zijn blad opnieuw vervoegd en had kort nadien, ook voor
de mensen waarmee hij niet eerder in de redactie gezeten had (onder
andere mij dus), deze twee boeken mee.
En als kennismaking met
de man kunnen ze effectief tellen. Ze vertonen natuurlijk
overeenkomsten, maar toch lees je ook in Vraaggesprekken met Luc
Pauwels, het met grote voorsprong dunste boekje van de twee (amper 79
bladzijden), zaken die je in het andere boek niet leest.
Bijvoorbeeld over Lucs
vader: "Voor de oorlog was vader lid van het Légion Nationale
van de Luikse officier en advocaat Paul Hoornaert. Hij was hevig
Belgischgezind. Volgens mij was het Légion de enige echte
fascistische beweging die België ooit gekend heeft. (...) Vanaf het
begin van de bezetting was vader actief binnen de Nationale
Koningsgezinde Beweging, een van de eerste verzetsbewegingen nog voor
er van enig communistisch verzet sprake was." En verder: "(...)
vader had wel een uitgesproken politieke mening. Hij was een fervente
leopoldist. Op de schoorsteenmantel in onze huiskamer stond ook een
buste van Mussolini. Er hing tevens een bronzen plaquette van von
Hindenburg. Ook na de oorlog weigerde vader de Mussolini-buste te
verwijderen. 'Hij is door Hitler bedrogen. Waarom zou hij weg
moeten?'"
Of over de standpunten
van Luc Pauwels zelf: "Laat mij eerst duidelijk stellen dat in
mijn ogen een organisatie als de NAVO al lang ontbonden had moeten
zijn. Sinds 1989 heeft een dergelijke instelling toch geen nut meer.
Tenzij dan het bestendigen van de US-hegemonie en niet meer de
verdediging van het vrije Westen, zoals dat vóór 1989 nog wel het
geval was. Het heeft toch geen zin meer om Rusland te provoceren. De
landen die rond Rusland liggen zoals Wit-Rusland, Oekraïne, Georgië,
... behoren cultureel en op geopolitiek terrein tot de Russische
invloedssfeer. Laat dat ook zo blijven. Wij moeten de Russen toch
niet op stand jagen door manoeuvres te houden in een achtergebleven
bergland, dat geregeerd wordt door een corrupt regime. De toekomst
van Europa is, volgens mij, een getrapt lidmaatschap en dat alles in
grote mate in overeenstemming met Rusland. Een sterk Europa betekent
ook een sterk Rusland. Nooit heeft Europa betere tijden gekend als
ten tijde van de tweede Golfoorlog van George Bush jr. Toen sprak men
van een as Parijs-Berlijn-Moskou, een teken van hoop; dat was mij
duidelijk op het lijf geschreven. De Amerikanen tonen slechts
minachting voor het 'oude Europa'. Wij hebben op onze beurt de
Amerikanen helemaal niet nodig."
Als er iets minder
interessant is aan het boekje van de hand van Pieter Jan Verstraete,
ook lid van de TeKoS-redactie overigens, dan is het wel dat het véél
te vlug "voorbij" is. Met een man als Luc Pauwels kan je
volgens mij een jaar aan een stuk iedere avond een gesprek voeren en
nog niet door de gespreksonderwerpen heen zijn. Maar Pieter Jan
Verstraete geeft zijn werk in eigen beheer uit, dus was er wellicht
een materieel/financieel bezwaar tegen een uitgebreidere uitgave. Hij
zegt in zijn voorwoord in ieder geval: "Aan gespreksstof was er
helemaal geen gebrek. Integendeel! Zijn enthousiaste reisverslagen
konden in het boek jammer genoeg geen plaats meer vinden. Zo reisde
hij niet minder dan dertigmaal naar het prachtige vulkaaneiland
IJsland. Het boek bevat heel wat namen van personen waarmee Luc
Pauwels omgang had. Toch konden een aantal namen hier niet eens
aangestipt worden. Een uiteenzetting over de geschiedenis van zijn
bibliotheek diende eveneens geschrapt te worden."
Soit, lees het boek samen
met het Liber amicorum Luc Pauwels en een deel van de leemten wordt
opgevuld. Ten eerste al wat de genoemde mensen betreft. Een flink
aantal van de mensen die in het boekje van Pieter Jan Verstraete
worden genoemd, komen hier ook ter sprake of ... leverden hun
bijdrage. Voor wie immers het genre van het Liber amicorum niet zou kennen: het is een soort "poëzie", een
vriendenboek dus, maar dan louter gevuld met teksten (ik heb er toch
nog geen gezien die ook, bijvoorbeeld, getekende of geschilderde
inhoud hadden, al lijkt me dat op zich geen bezwaar), bestemd voor
publicatie (wat met een "poëzie" doorgaans niet het geval
is) en dus in één keer, afgewerkt aan het feestvarken te bezorgen.
Luc Pauwels kreeg dus ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag een
boek aangeboden met "teksten en getuigenissen" van - op
alfabetische volgorde, een volgorde die ook bij de teksten in acht
genomen is (altijd een diplomatische oplossing) - Erik Arckens,
Michel Aubès, Jean Henri d''Avirac, Alain de Benoist, Margit Van den
Bossche, Ruud Bruijns, Maurits Cailliau, Hendrik Carette, Jurgen
Ceder, Yves Christen, Bert Dekeyzer, Inge Deproost, Koen Dillen,
Koen(raad) Elst, Francis Van den Eynde, Daan Goosen, Mark Grammens,
Rob van Hee, Frans Hendrickx, Benoît Humblet, Piet Hein Jongbloet,
Wido van Kaaster, Gérard Landry, Alain Lefebvre, Peter Logghe, Guy
De Maertelaere, Michel Marmin, Michèle Delagneau, Eric Maulin, Janus
Meerbosch, Néstor Luis Montezanti, Hugo Morael, Serge van Nuijs,
Wilfried Patroons, Javier Portella, Geert Putman, Kurt Ravyts, Jan
Sergooris, Michel Thibault, Karel Van Vaernewyck, Fabrice
Valclérieux, Johan Vanslambrouck, Robin Versteeg, Pieter Jan
Verstraete (zie boven), Karlheinz Weissmann, Peter van Windekens en
Jean-Marcel Zagamé. Ten dele mensen die ook vandaag nog actief zijn
in de TeKoS-redactie (Sergooris, Logghe, Arckens, Van den Eynde, Van
Vaernewijck, Verstraete, Goosen, Van Windekens, Dekeyzer, Elst) of
bij Nieuw-Rechts/Nouvelle Droite in het algemeen (met als grootste
naam uiteraard Alain de Benoist, maar ook pakweg Karlheinz Weissman),
ten dele compagnons de route of mensen waarvan de wegen die van Luc
Pauwels op zeker moment gekruist hebben (Maurits Cailliau
bijvoorbeeld), ten dele vrienden uit andere "kringen", maar
hoe dan ook allemaal mensen die een rol van enige betekenis gespeeld
hebben in leven en werken van het onderwerp.
Een beetje jammer dat een
aantal van die mensen niet op zijn minst gepoogd heeft Luc Pauwels
tot onderwerp van hun bijdrage te maken of hem ten minste wat meer
te gunnen dan dienen als kapstok voor hun artikel. Ik ga bijvoorbeeld
niet zeggen dat Facetten van de conservatieve revolutie. De
onontkoombaarheid van Luc Pauwels' ideologisch oxymoron van Erik
Arckens geen interessant artikel is (op zijn minst voor wie nog een
inleiding tot de Conservatieve Revolutie kan gebruiken), maar ik
krijg toch vooral de indruk dat Arckens nog eens zélf een van zijn
stokpaardjes wou berijden (veertig bladzijden lang dan ook nog) en
dat dit Liber amicorum daarvoor een perfect excuus was. Michel Aubès
doet in zijn Du rêve européen au cauchemar de Bruxelles (inderdaad,
in het Frans - gezien de Europese omvang van het netwerk van Pauwels
en de sterkte van het Franse onderdeel daarvan, is er gekozen voor
het zoveel mogelijk in de originele taal laten van de bijdragen, wat
toch weer eens wat anders is) precies hetzelfde, al komt Pauwels nog
minder in zijn verhaal te pas dan in dat van Arckens. Idem voor Mark
Grammens en Serge van Nuijs, die alleen in hun titel of eerste
paragraaf spreken van "opgedragen aan Luc Pauwels"
(net zoals Michel Marmin/Michèle Delagneau en Eric Maulin dat doen
met hun "En hommage à Luc Pauwels"), of Rob van Hee, die
los daarvan met De iconografie van Vesalius: grondslag van de
hedendaagse anatomie-afbeeldingen wel een interessant (doch vrij
specialistisch) artikel heeft geleverd, of ten slotte Pieter Jan
Verstraete, die het na twee inleidende paragrafen alleen nog over
Lodewijk Dosfel heeft, maar die we wel een en ander kunnen vergeven
omdat hij per slot van rekening al het eerder besproken
Vraaggesprekken met Luc Pauwels publiceerde.
Nee, dan vond ik de
bijdragen van bijvoorbeeld Jean Henri d'Avirac en Alain de Benoist
(of Inge Deproost en Margit Van den Bossche, zijn voormalige
secretaresses, of Koen Dillen, of voormalig zakenpartner Frans
Hendrickx, of Piet Hein Jongbloet - over de Orde van den Prince -, of
Wido van Kaaster, of Hugo Morael) een stuk interessanter, want wél
rond Luc Pauwels draaiend. Goed, Luc zal zich zijn eigen leven wel
kunnen herinneren - de laatste keer dat ik hem zag, en da's nog niet
zo lang geleden - was hij nog perfect bij zinnen, maar gezien zo'n
Liber amicorum ook voor publicatie bestemd is, zijn dit soort teksten
leuker. Je leert er Luc Pauwels, ook als relatieve nieuweling bij
TeKoS, beter mee kennen, krijgt doorzicht in zijn netwerk en daarmee
ook in de verdere knooppunten van je eigen netwerk.
En dan zijn er ook nog
bijdragen over, bijvoorbeeld, Joris van Severen, de man waaraan Luc
Pauwels zijn thesis wijdde, of Nieuw-Rechts (onder andere door Peter
Logghe en Francis Van den Eynde), waarvan Luc Pauwels toch de
Vlaamse/Nederlandse voorman was en is, of natuurlijk zijn
voornaamste geesteskind, TeKoS (en de voorloper daarvan, De Anderen).
In het geval van Peter van Windekens in het bijzonder over de
Bijdragen van Luc Pauwels in TeKoS.
Om deze uitgebreide
boekbespreking te beëindigen besteed ik nog even aandacht aan één
artikel dat me geen enkel verband lijkt te houden met Luc Pauwels en
een paar artikels die ik zeer de moeite van het lezen waard vond.
Het eerste, Zeven
hoofdzonden van de Belgische fiscus, werd bij mekaar gepend door
Johan Vanslambrouck, verwijst nergens naar Luc Pauwels en kon net zo
goed geschreven zijn voor het blad van de bedrijfsrevisoren (als ik
me niet vergis is dat ook de stiel van Vanslambrouck)
Het eerste van twee
artikels die ik zeer graag gelezen heb, is dan weer Luc Pauwels
kampioen van het vrije woord van Geert Putman. Hij begint dat artikel
met twee anekdotes van de hand van Godfried Bomans - mijn
persoonlijke favoriet onder de cursiefjes-schrijvers, dus al
voldoende om mij geïnteresseerd te krijgen - en gaat meteen verder
met eentje over de mij verder onbekende Andries Stevens, voormalig
leerkracht Duits van de auteur: "In de zeventiger jaren, na een
colloquium over de hervorming van het middelbaar onderwijs waar
Andries Stevens schitterend het woord had gevoerd, werd hij door een
zelfgenoegzaam leerkrachtje gemaakt-vriendelijk als volgt
aangesproken: 'Meneer, mag ik u vragen, bent u nu fascist of
liberaal?'. Het antwoord van de heer Andries Stevens: 'Och, kiest u
toch zelf.'" Voeg daar nog dit over Louis Paul Boon aan toe en
een artikel kan niet meer stuk voor mij: "Louis Paul Boon,
auteur van het Geuzenboek verklaarde meermaals de scheuring van 1830
te betreuren. In een vraaggesprek riep hij: 'Ik ben geen Belg
godverdomme, ik ben een Nederlands schrijver, ik behoor tot de
Nederlandse cultuur!'."
En het tweede was dat van
Karlheinz Weissmann - van wie overigens nog steeds regelmatig
artikels in TeKoS verschijnen - met als titel Oranje boven! - Zur
Bedeutung von Orange als politischer Symbolfarbe. "Zum 75;
Geburtstag unseres Freundes Luc Pauwels" geschreven, met als
onderwerp - mocht uw Duits wat minder zijn - oranje als politieke
symboolkleur. Als anti-royalistische "orangist" - wat een
contradictio in terminis zou geweest zijn gedurende een zekere
periode van onze vaderlandse, en dan bedoel ik Nederlandse,
geschiedenis - heb ik daar heel wat van bijgeleerd. Waarvoor dank !
Björn Roose
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ook iets te vertellen ? Ga je gang !