dinsdag 1 augustus 2023

Spraakmakende biografie van Kennedy – Marilena Gala (boekbespreking door Björn Roose)

Spraakmakende biografie van Kennedy – Marilena Gala (boekbespreking door Björn Roose)
Ik heb nogal wat biografieën, auto- maar vooral andere, van grotere en mindere goden in mijn boekenkasten staan, dus echt eigenaardig is het niet dat er onder die biografieën ook eentje te vinden is van John Fitzgerald Kennedy. Een “spraakmakende biografie” dan nog, volgens de kaft, dus leek het me, nu zijn neef Robert Francis Kennedy Jr., zoon van de nog geen vijf jaar na zijn broer vermoorde Robert Francis Kennedy (Sr.), op zijn beurt zijn kandidatuur als president van de Verenigde Staten heeft aangekondigd, wel het moment om die te lezen.

Een onterecht idee, zo bleek. Deze biografie werd – net zoals eentje van Diana Spencer, paus Johannes Paulus II, Adolf Hitler, Albert Einstein, Jacques Brel, Mahatma Gandhi, Marilyn Monroe, Eddy Merckx, en Ernest Hemingway (bien étonnés de se trouver ensemble) – uitgegeven door de krant Het Laatste Nieuws in een serie die ze dan wel van de boventitel Spraakmakende biografieën voorzag, maar ook van een eigen, beter passende, naam: Iconencollectie. Iconen, zoals in iets dat aanbeden wordt, zo blijkt uit deze biografie van John Fitzgerald Kennedy. Geen idee of de auteur verder nog iets geschreven heeft – ik vind wel een Marilena Gala terecht in een ander verband, maar van haar lijkt het me sterk dat ze zich met een biografie van Kennedy zou hebben bezig gehouden -, maar deze “spraakmakende biografie” lijkt eerder een uit de hand gelopen opstel van een geweldig naar haar onderwerp opziende bakvis dan het werk van een ietwat ernstige biograaf.

Een bakvis met een koekentrommel vol met foto’s óók nog. Van de 191 bladzijden die deze “spraakmakende biografie” dik is, is er één gevuld met de Bibliografie, twee met het Chronologisch overzicht, één met de Fotoverantwoording, en… meer dan honderd met foto’s van het onderwerp - los van de foto’s die ook nog in het andere deel, Zijn leven, te vinden zijn - onder de noemer In beeld. Citaatje hier, citaatje daar, maar verder de aanbidding in foto en onderschrift van het onderwerp. John, alias Jack, op zijn acht, John in rugbykleding op zijn vijftien, John “met enkele jaargenoten op een moment van ontspanning”, John als “student van Choate”, John “terwijl hij het schip verlaat dat hem in New York terugbracht na een reis in Europa”, John als marineofficier, John aan zijn bureau, John op krukken, aan zee, op een auto, tijdens een verkiezingsdebat, na zijn verkiezing tot president, met zijn ouders, met zijn familie, met Eisenhower, met Lyndon Johnson, met Nikita Chroestsjov, met Robert Francis (Sr.), met Konrad Adenauer, met Antonio Segni, met een kogel in zijn hoofd, en met zijn vaak bedrogen vrouw Jacqueline Lee ‘Jackie’ Bouvier. En nog eens met Jackie. En nog eens. En nog eens. En nog eens. En nog eens. Enzovoort, enzoverder. Zelfs de kindjes worden opgevoerd: “De twee kinderen van John en Jacqueline Kennedy zijn gefotografeerd met hun vader terwijl ze rondspringen in zijn werkkamer. Net als iedere andere vader klapt Kennedy in zijn handen op het ritme van de ‘dans’ die Caroline en John John aan het uitvoeren zijn (…) De president probeert de aandacht van zijn zoon te trekken vanaf het bureau waarop hij zit. Zijn houding geeft niet de indruk dat zich hier het commando over een land bevindt, maar toont de intieme sereniteit van het gezinsleven, waardoor het mogelijk is de zorgen van de regering en de Amerikaanse politiek tijdelijk te vergeten”. Pardon me while I puke

Ik zou het ook nog over de bij momenten zeer slordige vertaling kunnen hebben, met topprestaties als “gelijdelijk”, het op de radio horen van een speech van Winston Churchill omschrijven als “de ontmoeting op afstand met een van de meest charismatische politici van het tijdperk”, of lullen over “zijn natuurlijke manier van telefoneren [die] verwijst naar de beheersing waarmee hij het lot van het land en de rest van de wereld bestuurde”, maar het lijkt me voldoende duidelijk dat ik het noch “vormelijk” noch “inhoudelijk” heb voor dit werkje. Frases als “Waarschijnlijk deed het idee aan de dood te zijn ontsnapt, terwijl zoveel anderen, ook de allerbesten, niet naar huis waren teruggekeerd, bij John een nieuw gevoel van verantwoordelijkheid ontstaan: het idee dat het talent dat hij bezat niet verkwist mocht worden, maar een belangrijk spoor moest achterlaten”, worden dan ook nauwelijks goedgemaakt door de zeldzame momenten waarop de schrijfster even van haar knieën komt: “In minder apologetische termen kan worden gezegd dat het narcisme dat hem karakteriseerde, veel meer in de politiek dan in de journalistiek bevrediging zou kunnen vinden.” Op feiten als de volkomen afhankelijkheid van vaders fortuin om te komen waar hij uiteindelijk kwam, het “isolationisme en, volgens sommigen (…) antisemitisme (er werd verondersteld dat de ex-ambassadeur [zijn vader, noot van mij] de overheersing van de nazi’s in Europa aanvaardde), ideeën die algemeen geassocieerd werden met de oude Kennedy”, zijn geschipper tussen liberaal en conservatief, of het idee dat je je godsdienstige opvattingen niet zou laten meespelen in je opinies (en werk) als politicus (iets wat me volkomen onzin lijkt, als je godsdienst ook maar enigszins serieus neemt), wordt geen moment dieper ingegaan. De onderwerpen worden aangeraakt, maar blijven na die vluchtige passage liggen waar ze lagen.

Het enige wat desondanks zeer duidelijk naar voor komt, is zijn opportunisme. “Toen het beslissende moment aanbrak zag hij echter van de kandidatuur [als gouverneur van Massachusetts, noot van mij] af, omdat de peilingen nog belangrijke twijfels lieten bestaan over zijn succes als aspirant-gouverneur, terwijl de hernieuwing van zijn mandaat in het Congres haast zeker leek”, is slechts één van de vele passages die dat onderlijnen. “De gedeputeerde Kennedy ondersteunde deze massapsychose [de communistenjacht van de commissie McCarthy, noot van mij] en enkele maatregelen die het overgrote deel van de burgers noodzakelijk achtte voor de veiligheid van het land, zoals de registratie van alle aanhangers van communistische organisaties, hun uitsluiting van ondernemingen die verband hielden met de nationale verdediging en hun arrest in geval van oorlog. Pas aan het einde van 1951 begon Kennedy afstand te nemen van de excessen van McCarthy, toen hij de aanklachten tegen het departement van Buitenlandse Zaken, dat volgens deze vlijtige patriotten schuldig zou zijn aan het ‘plaatsbieden’ aan volgelingen van Marx onder zijn functionarissen, als ‘irrationeel’ bestempelde”, is er een andere. Net zoals deze: “Dit [dat hij herstellende was van een operatie aan zijn rug, noot van mij] kon wel een goede reden zijn om niet terug te keren naar Washington voor een enkele stemming [over het beëindigen van de commissie McCarthy, noot van mij], hoe belangrijk ook, maar het kon niet rechtvaardigen dat hij over heel de kwestie een absoluut stilzwijgen bewaarde. Het ware obstakel voor John om openlijk tegen de senator, een familievriend, partij te kiezen, was de stellige afkeuring die een dergelijk standpunt zou hebben veroorzaakt bij het merendeel van het electoraat in Massachusetts. De angst onherstelbare schade aan zijn eigen carrière aan te richten, had John ertoe gebracht op het moment van de stemming uit de buurt van de hoofdstad te blijven.”

Ook over de aantijgingen inzake connecties met de maffia doet Gala geen boekje open, al staat er in de fotosectie dan wél een foto van hem met Frank Sinatra (van wie de banden met de maffia toch wel bekend waren), maar het voortdurend inschakelen van je eigen broer in je campagne en vervolgens in je regering (als minister van Justitie hield hij zich voornamelijk bezig met het bestrijden van de criminele vakbondsleider Jimmy Hoffa, die naderhand naar alle waarschijnlijkheid geliquideerd werd door de maffia), een vader die kranten van het faillissement redt op voorwaarde dat ze de kandidatuur van zijn zoon steunen, of het regelrecht verloochenen van wat je eerder verkondigde om mensen aan je kant te krijgen die je pad naar de top kunnen helpen effenen, is op zijn zachtst gezegd toch ook niet iets dat je van een moraalridder zou verwachten.

Maar goed, moraal was sowieso niet zijn sterkste kant, zelfs al doet de bakvis-annex-biografe er alles aan om daarvoor het lot als schuldige aan te wijzen: “Het lot zou later de raad en de raadgevers die openlijk door Kennedy genegeerd waren, wreken met de aanvang van de betrokkenheid in Vietnam aan de kant van de Verenigde Staten door de hand van de president die eerder had afgekondigd dat een ommekeer noodzakelijk was.” Raadgevers die hij overigens wel vaker tot zijn scha en schande negeerde: “Met de autorisatie van Eisenhower had de CIA al de details voorbereid voor de invasie van Cuba door een troep verbannen anti-Castristen die in Guatemala getraind waren. De operatie, die alleen wachtte op het groene licht van het hoofd van de regering, werd tot in detail meegedeeld aan de nieuwe president. Het Pentagon en de CIA drongen erop aan de actie snel van start te laten gaan. Uitgangspunt ervan was dat de landing van weinig meer dan een duizendtal getrainde en door de Verenigde Staten uitgeruste mannen op de kusten van het eiland, een volksrevolutie kon laten ontstaan tegen een regime dat gehaat werd door de Verenigde Staten. John had van Schlesinger en andere medewerkers de raad gekregen de invasie niet uit te voeren, omdat die waarschijnlijk zou mislukken en zo de regering en de geloofwaardigheid van zijn voorgegeven nieuwe politieke koers gezichtsverlies kon lijden. Hij kon echter de verleiding niet weerstaan op snelle en betrekkelijk pijnloze wijze met Castro af te rekenen en gaf het groene licht voor de actie. De operatie die half april werd uitgevoerd, eindigde met een waar fiasco op het strijdveld en vooral met een eclatante politieke nederlaag voor het hoofd van de regering in Washington: het was de ramp van de Varkensbaai.” Een ramp die achteraf nog min of meer goed kwam, voornamelijk door Chroesjtsjov, die ook al – zij het niet vrijwillig - voor een uitweg uit de Berlijnse crisis zorgde: “De constructie van de muur, begonnen op 13 augustus 1961, profileerde zich als een derde alternatief naast de politieke (en militaire) tegenstand tegen de druk van Moskou en de passieve acceptatie van de sovjetdwangmaatregelen, om het algemene conflict te vermijden. De limiet aan de ‘besmetting’ die de sovjets en de DDR hadden gewild had echter een gebrek: het beviel de Berlijners en de rest van de Duitse natie helemaal niet. In Bonn, waar de onvrede vrij kon worden geuit en in West-Berlijn, deed het haast totaal ontbreken van een reactie van de kant van de Amerikaanse bondgenoot, van wie de zekerheid van de NAVO afhing, veel twijfels rijzen over de geloofwaardigheid van de Verenigde Staten. Daarom kon Kennedy, toen hij in de zomer van 1963 de Bondsrepubliek bezocht, er slechts voor kiezen ‘Berlijner te zijn’ als hij het vertrouwen van het Duitse volk wilde terugwinnen.”

Politiek gezien, en voor de vorming van zijn mythe, was het dan ook wellicht een “geluk” dat Kennedy in Dallas werd doodgeschoten: “Samen met de geheimen omtrent zijn privé-leven en zijn gezondheid heeft die van zijn dood ertoe bijgedragen de figuur van een president die anders met alle waarschijnlijkheid slechts de eerste katholieke Amerikaan zou zijn geweest die het Witte Huis had bereikt [de volgende was… Sleepy Joe, noot van mij], te verheffen tot een historisch personage”, dixit Gala. “Het persoonlijk verlies is diep en verpletterend, het verlies voor de natie en de wereld is historisch en overweldigend. John F. Kennedy was een man van intellect en een man van actie; hij vertegenwoordigde de vitaliteit en de energie, de intelligentie en het enthousiasme, de moed en de hoop van deze Verenigde Staten van deze helft van de 20ste eeuw”, schreef de New York Times de dag nadat hij werd vermoord. En toch zijn de Verenigde Staten er nog, is de wereld er nog, en zijn er nog steeds nieuwe idolen om te aanbidden. Maar de schriftelijke weerslag daarvan hoef ik niet meer per se in mijn boekenkasten terug te vinden.

Björn Roose

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ook iets te vertellen ? Ga je gang !